|
Klik op afbeelding voor vergroting |
|
|
De neerslagradar toont een momentopname van het weer in Nederland en naaste omgeving.
De radar meet geen direct gevallen neerslag, maar de neerslag intensiteit. |
|
Hoe werkt de radar? |
De draaiende radarantennes - schotelantennes op een toren in Herwijnen en op het gebouw van
de Koninklijke Marine in de Den Helder - zenden voortdurend pulsen uit die teruggekaatst worden door druppels die het signaal in de lucht treft. Het retoursignaal dat de beide radarantennes ontvangen - de antenne is zowel zender als ontvanger - biedt informatie over de neerslag en de geografische verdeling over het land. |
|
Neerslagintensiteit |
De intensiteit van de neerslag wordt aangegeven in verschillende kleuren. De animatie van de radarbeelden over het afgelopen uur brengt in kaart waar de buien zijn gevallen en of de omvang van de buien en de intensiteit van de neerslag is veranderd. |
|
Motregen niet altijd zichtbaar |
De radar scant de wolken af op een hoogte van 1500 meter en daarboven. Fijne neerslag, zoals motregen of motsneeuw, kan vallen uit wolken met een lagere wolkenbasis van soms 500 meter hoogte. Motregen of motsneeuw uit zulke lage wolken is daarom niet altijd zichtbaar op de KNMI-neerslagradar. Ook mist, die bestaat uit zeer fijne druppeltjes in een wolkenlaag die op het aardoppervlak ligt, wordt door de neerslagradar niet gesignaleerd. Motregen, motsneeuw en mist worden wel vermeld in de weerrapporten zodra de automatische weerstations aan de grond dit waarnemen. |
|