|
Hoofdstuk 27 -
Vulkaan
uitbarstingen vanuit
de ruimte |
|
Satellietbeelden en
ruimtefoto's kunnen
de uitstoot van
vulkanen prachtig in
beeld brengen. Als
de wind het rijk
alleen heeft, vormen
zich
aspluimen
of aswolken. In
sommige gevallen
krijgt het met grote
snelheid omhoog
komende hete gas en
gesteente zijn eigen
dynamiek.
Dan vormt
zich
volgens een nieuwe
theorie een
vulkanische mesocycloon, die net
als zware
onweersbuien
vergezeld kan gaan
van
bliksemontladingen
en hozen. |
|
Verspreid over de
aarde liggen
ongeveer
vijftienhonderd
jonge vulkanen.
Gezamenlijk zijn ze
goed voor ongeveer
zestig uitbarstingen
per jaar.
De omvang en
hevigheid van de
uitbarstingen loopt
sterk uiteen.
Kleine erupties
komen geregeld voor,
grotere zijn veel
zeldzamer.
Een
vulkaanuitbarsting
duurt een paar
minuten tot enkele
tientallen uren. Een
actieve periode kan
maanden tot jaren
duren. |
|
|
Foto-1 |
|
|
|
Foto-1a |
|
|
1: Uitbarsting van de
1496 meter hoge
vulkaan Sarychev
Peak op het eiland Matua, een van de
Russische Koerilen
in de Zee van
Ochotsk, gezien
vanuit het
internationaal
ruimtestation op 12
juni 2009. In plaats
van een strakke
pluim of een diffuse aswolk ontwikkelt
zich in dit geval
boven
een kolom
met uitgestoten as
een bruin scherm van
vulkanische
deeltjes.
De foto
werd gemaakt met een digitale camera
vanuit het
internationale
ruimtestation ISS
Bron: NASA |
1a: Etna-uitbarsting op 30 oktober 2002, gefotografeerd vanuit het internationale ruimtestation. Deze afbeelding toont een gedetailleerd beeld van
de vulkaanuitbarsting, terwijl een tweede afbeelding gemaakt door het ISS de uitgebreide effecten laat zien (aswolk). |
|
De wolken en pluimen
die vulkanen tijdens
een eruptie
uitstoten, bevatten
vulkanische as en
gassen als
zwaveldioxide en
kooldioxide.
Ze vormen
een gevaar
voor het
vliegverkeer (zie
ook Zenit
juli/augustus 2004)
en worden dan ook zo
goed mogelijk in de
gaten gehouden.
Sommige vulkanen
worden met webcams,
radar of vanuit
bemande
waarnemingsposten
voortdurend bewaakt.
Veel andere vulkanen
zijn eveneens
actief, maar liggen
ver weg van de
bewoonde wereld. |
|
Om te weten of zo'n
vulkaan actief is,
moet men terugvallen
op stralingsmetingen
en foto's vanuit de
ruimte. Van daaruit
zijn uitbarstingen
van vulkanen met de
bijbehorende pluimen
en
aswolken
schitterend in beeld
te brengen. Actuele
waarnemingen van
routinematig
overkomende
satellieten, zoals
de Amerikaanse Terra
en Aqua, komen
enkele malen per dag
beschikbaar, zodat
daarin van de meeste
erupties wel iets
terug te vinden is. Bij foto's vanuit
het incidenteel
overkomende
internationaal
ruimtestation ISS
gaat het meer om
toevalstreffers: het
ruimtestation moet
op het goede moment
op de goede plek
zijn om de bemanning
in staat te stellen
een uitbarsting met
de digitale camera
vast te leggen.
Gelukkig doet zo'n
situatie zich nu en
dan voor en komt er
van tijd tot tijd
spectaculaire
fotomateriaal naar
buiten.
Dat was onlangs nog
het geval in juni
2009, toen de
uitbarsting kon
worden
gefotografeerd van
de vulkaan Sarychev
Peak op het eiland
Matua, een van de
Russische Koerilen
in de Zee van
Ochotsk. |
|
|
2a:
Vulkaanuitbarstingen
met langgerekte
aspluimen. Links: de
1122 meter hoge
vulkaan Chaitén,
Zuid-Chili.
Vegetatie is rood,
kale grond en as
bruin,
water diep blauw en
bewolking, sneeuw en
de pluim van de
vulkaan wit. Datum:
19 januari 2009.
Instrument: ASTER.
Satelliet: Terra.
Bron: NASA/Earth
Observatory. |
2b: Noordwestenwinde voeren tijdens een uitbarsting de as van de 3323 meter hoge Etna op Sicilië, Italië, naar het zuidoosten.
De foto werd met een digitale camera gemaakt vanuit het ISS op 22 juli 2001 |
2c: Chaitén, 4
mei 2008. |
De uitbarstingen van
vulkanen veroorzaken
vaak langgerekte
pluimen met stoom en
as. Op de beelden
vanuit de ruimte
zijn die pluimen
goed te zien, zeker
als het contrast met
de ondergrond
voldoende is. De
door de vulkaan
uitgestoten deeltjes
en gassen worden in
zo'n situatie
meegevoerd met de
wind, die de aswolk
zijn vorm geeft
(figuur 2). Naarmate
de afstand tot de
vulkaan groter
wordt, is de pluim
breder en nemen de
concentraties
vulkanische deeltjes
en gassen
geleidelijk af.
Grotere asdeeltjes
kunnen zich in de
atmosfeer niet zo
lang handhaven en
vallen uiteindelijk
uit de pluim naar
beneden; de kleinere
deeltjes verblijven
langer in de
dampkring. Tot zo
ver wijkt het beeld
niet af van wat je
normaal gesproken
van een
vulkaanuitbarsting
mag verwachten. Als
het nauwelijks waait
of wanneer de wind
veranderlijk is,
wordt het beeld
duidelijk anders.
Van een uitgesproken
pluim is niet langer
sprake. Ervoor in de
plaats komt een
diffuse aswolk, die
boven de wijde
omgeving van de
vulkaan blijft
hangen
(figuur 3). Ook zo'n
situatie past nog
goed in onze
voorstelling van een
uitbarstende
vulkaan. De
wisselwerking tussen
wind en uitstoot is
weinig anders dan
wat we zien bij
schoorstenen van
fabrieken en
elektriciteitscentrales
of bij grote branden
|
|
|
3a: Satellietbeeld in natuurlijke kleuren van een vulkaanuitbarsting met diffuse aswolken van de 2361 meter hoge vulkaan Kartala op de Comoren
in de Indische Oceaan tussen Mozambique en de noordpunt van Madagascar. Datum: 24 november 2005. Instrument: MODIS, banden 1, 4
en 3. Satelliet: Terra. Bron: NASA/GSFC Modis Land Rapid Response Team. |
3b: Satellietbeeld in natuurlijke kleuren van een vulkaanuitbarsting van de 1496 meter hoge vulkaan Sarychev Peak op het eiland Matua, een van
de Russische Koerilen in de Zee van Ochotsk. Datum: 14 juni 2009. Instrument: MODIS, banden 1, 4 en 3.
Satelliet: Terra. Bron: NASA/GSFC Modis Land Rapid Response Team. |
3c: Aswolk na een uitbarsting van de vulkaan Anathan in de Stille Oceaan, een van de eilanden van de Marianen. Datum: 6 april 2005, 00.35 UTC,
ongeveer zes uur na het begin van de uitbarsting. Satelliet: Terra. Bron: NASA/GSFC MODIS Land Rapid Response Team |
Dit wordt anders bij
een derde type
aswolk. Daarbij
toont het
bovenaanzicht van de
eruptie een
ondoorzichtig
scherm, in eerste
benadering min of
meer cirkelvormig of
ovaal, maar bij
nadere beschouwing
onregelmatiger van
vorm door een aantal
lobben (figuur 4).
De vorm van het
geheel doet denken
aan een zware
onweersbui, van
bovenaf gezien. Uit
satellietbeelden is
niet op te maken wat
zich daaronder
bevindt, maar
gelijktijdige
waarnemingen van
dergelijke erupties
vanaf locaties op
het aardoppervlak
bieden uitkomst. Men
rapporteert dan een
min of meer
rechtopstaande,
ronddraaiende zuil
van vulkanische stof
en as. Nu en dan
worden
tegelijkertijd
bliksemontladingen
waargenomen (figuur
5).
De ontladingen
bevinden zich bij
voorkeur aan de
buitenzijde van de
zuil met door de
vulkaan uitgestoten
deeltjes. Veel
vulkanen zijn als
eilandjes gesitueerd
in zeeën en oceanen.
Dan treden er bij
dit parapluvormige
type aswolk soms
waterhozen op
(figuur 6). De
overeenkomst tussen
de verschijnselen
die worden
waargenomen bij
zware onweersbuien
enerzijds en bij
vulkaanuitbarstingen
anderzijds, beperken
zich dus niet tot het bovenaanzicht; de buien en de erupties hebben ook de bliksemontladingen en de hozen gemeen. Zouden de mechanismen die de verschijnselen opwekken, aan elkaar verwant zijn? |
|
|
4. Erupties met een
scherm van
vulkanische as en
stoom. Links: de Chaitén,
Zuid-Chili,
6 mei 2008. Diameter
scherm ongeveer 115
kilometer. |
4a. De 725 meter
hoge vulkaan Ruang,
Indonesië, 25
september 2002. De
vulkanische as
drijft naar het
westen weg, in de
richting van Borneo
en Sumatra. Diameter scherm ongeveer 60 kilometer. Beide beelden:
Instrument: MODIS,
natuurlijke kleuren,
banden 1, 4 en 3.
Satelliet Terra. Bron: NASA/GSFC Modis Land Rapid Response Team. |
4c: Satellietbeeld
van de uitbarsting
van de Pinatubo op
15 juni 1991. Van
bovenaf zien we weer
het scherm van de
paraplu met in dit
geval vijf
lobben. De ligging van de Pinatubo is aangegeven met een geel kruis; de
lobben zijn
gemarkeerd met gele
pijlen. De rode
lijnen geven de
contouren van de eilanden van de
Filipijnen, waaronder
Luzon.
Satelliet: GMS. Bron: Japanse
Meteorologische
Dienst. |
Onderzoekers van de
University of
Illinois gaan ervan
uit dat dit
inderdaad het geval
is. In een brief
eerder dit jaar aan
het gezaghebbende
Engelse
natuurwetenschappelijk
tijdschrift Nature
komen ze met een
nieuwe theorie om de
bovenbeschreven
verschijnselen te
verklaren en hun
onderling verband
aan te geven.
Daarbij wijzen ze op
de analogie tussen
de kolom en wolk van
door de vulkaan
uitgestoten as en
een zogeheten mesocycloon. Een
mesocycloon is een
wervel van 2 tot 10
kilometer doorsnede
die gekoppeld is aan
een zware
onweersbui, ook wel
aangeduid
als supercel.
Dergelijke zware
onweersbuien, die in
Nederland en België
naar schatting
slechts eenmaal per
jaar voorkomen, gaan
geregeld
vergezeld
van hozen
en tornado's.
De
lucht in een mesocycloon stijgt
op en draait
tegelijkertijd om
een rechtopstaande
as; de draairichting
is gelijk aan die
rond een 'gewoon'
lagedrukgebied. |
|
Bron van inspiratie
voor de
wetenschappers was
vooral de foto van
de bliksemflitsen
tijdens de
uitbarstingen van de
vulkaan Chaitén in
Zuid-Chili in mei
2008 (figuur 5).
Veel van die
ontladingen doen
zich voor aan de
buitenzijde van de
kolom met
vulkanische as. Ook
binnen de
mesocycloon van een
supercel treden
doorgaans geen
bliksemontladingen
op. De
stijgbewegingen gaan
er
veel te snel om
de neerslag de
gelegenheid te geven
zich
te vormen, aan te
groeien en lading te
verkrijgen. Men
spreekt wel van een
'bliksemgat' in de
supercel. Een
mogelijke verklaring
is dat de neerslag
naar buiten wordt
geslingerd. Deze
komt dan terecht aan
de rand van de mesocycloon, waar hij als het ware een ring van bliksemontladingen vormt rond de schacht met opstijgende lucht |
|
|
5. Uitbarsting van
de Chaitén,
Zuid-Chili, 3 mei
2008. De eruptie
ging onder andere
vergezeld van
bliksemflitsen. Veel
ontladingen treden
op aan
de buitenrand van een kolom met snel opstijgende vulkanische
gassen en as. De
opname werd gemaakt
vanuit Chana,
ongeveer 30
kilometer
ten
noorden van de vulkaan. Foto: Carlos Gutierrez/UPI/Landov. |
6. Uitbarsting van
de 1247 meter hoge
vulkaan Kilauea op
Hawaï. De
uitbarsting gaat
vergezeld van een
waterhoos.
Foto: Steve and
Donna O'Meara.
|
6a. Uitbarsting van
de 1247 meter hoge
vulkaan Kilauea op
Hawaï. De
uitbarsting gaat
vergezeld van een
waterhoos. |
Om hun theorie van
vulkanische
mesocyclonen te
ondersteunen,
zochten de
Nature-auteurs
aanvullende
argumenten. Zo
toonden ze met
analyses van
satellietbeelden aan
dat er inderdaad
sprake is van
rotatie van de kolom
vulkanische as en
het daaraan
gekoppelde scherm
aan de bovenzijde
ervan. Dat is geen
eenvoudige opgave,
want de tijd tussen
twee opeenvolgende
satellietbeelden is
meestal te groot om
de bewegingen en
vervormingen van
zo'n scherm te
kunnen volgen.
Gelukkig bleek de
uitbarsting van de
vulkaan Pinatubo op
de Filipijnen in
1991
(figuur 4,
rechts)
wel voldoende
frequent in beeld
gebracht om
conclusies te kunnen
trekken. Daarbij kon
op de uurlijkse
beelden voor het
eerst inderdaad een
draaiing van het
scherm worden
aangetoond. De
draaiing krijgt het
uitwaaierende scherm
mee van de roterende
kolom met
uitgestoten
vulkanische gassen
en as. De rotatie
maakt het scherm
onstabiel, waardoor
het zijn cirkelvorm
verliest en lobben
ontwikkelt, die ook
op de
satellietbeelden
zichtbaar zijn. |
|
De Amerikaanse
onderzoekers gingen
tevens op zoek naar
beschrijvingen van
vulkaanuitbarstingen
waarin alle
kenmerken van de
mesocycloon
tegelijkertijd
werden genoemd: een
roterende kolom van
vulkanische as,
bliksemontladingen
en hozen.
Waarnemingen van
onweer bij
vulkaanuitbarstingen
bleken gemakkelijk
te vinden.
Bliksemontladingen
deden zich
bijvoorbeeld in
groten getale voor
tijdens het ontstaan
van het vulkanische
eiland Surtsey bij
IJsland van 1963 tot
1967. Ook dit jaar
nog werden er bij
uitbarstingen van de
Mount Redoubt in
Alaska met camera's
en
bliksemdetectieapparatuur
talrijke
bliksemontladingen
geregistreerd en
gefotografeerd. Van
tijd tot tijd
verschijnen er ook
foto's of verslagen
van waterhozen
tijdens
vulkaanuitbarstingen.
Voor een rapportage
waarin alle drie de
verschijnselen
tegelijk werden
genoemd, moesten ze
echter bijna 200
jaar teruggaan. In
1811 nam een Engelse
zeekapitein in de
buurt van de
Canarische eilanden
zo'n uitbarsting
waar en stelde
daarvan een
beschrijving op die
aan de gezochte
criteria voldeed.
Deze rapportage uit
1811 vormde, naast
de foto met
bliksemontladingen
en bliksemgat van
figuur 5 uit 2008 en
de aangetoonde
rotatie van een
scherm aan de
bovenzijde van de askolom van de
Pinatubo uit 1991
een derde pijler
onder de nieuwe
theorie van het
mesocycloongedrag
van aszuilen tijdens vulkaanuitbarstingen. |
|
|
7:
Bliksemontladingen
tijdens de
vulkaanuitbarstingen
van Surtsey bij
IJsland, 1963-1967. |
8:
Bliksemontladingen
tijdens de
vulkaanuitbarstingen
van de
Eyjafjallajökull op
IJsland, 2010. Foto
Olivier |
9:
Bliksemontladingen
tijdens de
vulkaanuitbarstingen
van de
Eyjafjallajökull op
IJsland, 2010. Foto
Marco Fulle. |
|
10:
Bliksemontladingen
tijdens de
uitbarsting van de
vulkaan Redoubt op
Alaska, 28 maart
2009, 01.20 LT.
Foto: Bretwood
Higman |
11: Uitbarsting
van de
Eyjafjallajökull,
2010 . De eruptie
ging onder andere
vergezeld van
bliksemflitsen. Veel
ontladingen treden
op aan de
buitenrand
van een kolom met
snel opstijgende vulkanische gassen en as. Foto: Olivier. |
12: Bliksemontladingen
tijdens de
vulkaanuitbarstingen
van de
Eyjafjallajökull op
IJsland, 2010.
Bron:AP. |
Verreweg de meeste
satellietbeelden bij
dit artikel zijn
gebaseerd op
meetgegevens van de
Moderate Resolution
Imaging
Spectroradiometer
(MODIS) op de
Amerikaanse
satellieten Terra en
Aqua. Het instrument
meet onder andere
door het
aardoppervlak of
door bewolking, stof
en as gereflecteerd
zonlicht in de
kleuren rood, groen
en blauw. Op basis
van de
meetresultaten kan
een satellietbeeld
worden geconstrueerd
in
natuurlijke kleuren,
dat sterk doet
denken aan een foto.
Belangrijk verschil
is dat het beeldveld
niet op een en
hetzelfde moment
wordt getoond;
het beeld is
namelijk opgebouwd
uit stroken van
opeenvolgende scans
van de aarde. We
zien de vulkanen en
de rookpluimen of aswolken die ze
uitstoten daardoor
altijd pal van
boven. |
|
|
13: Aspluim en as op
de grond bij Chaitén,
Zuid-Chili. Datum: 5
mei 2008.
Instrument: MODIS,
valse kleuren,
banden 7, 2 en 1. Op
dit beeld in
valse kleuren is de tint van bewolking met ijs turkoois; de pluim
van de vulkaan is
wit. Midden:
Uitbarsting van de
4750 meter hoge
vulkaan
Klyuchevskaya Sopka op het besneeuwde schiereiland Kamtsjatka,
Oost/Rusland. Op Kamtsjatka zijn
ongeveer dertig
vulkanen actief. |
14: De sneeuw heeft
op dit beeld in
valse kleuren een
rode kleur; de pluim
van de vulkaan is
wit. Datum: 17 maart
2005. Instrument:
MODIS,
banden 3, 6 en 7. Beide beelden: Satelliet
Terra. Bron:
NASA/GSFC Modis Land Rapid Response Team. |
15: Uitbarsting van
de 4750 meter hoge
vulkaan Klyuchevskaya Sopka
op het besneeuwde
schiereiland
Kamtsjatka,
Oost/Rusland.
De
sneeuw heeft op dit beeld in valse kleuren een rode
kleur; de pluim van
de vulkaan is wit.
Datum: 14 januari
2004.
Instrument
MODIS, banden 1, 4
en 3. |
De uitstoot van
vulkanen is vooral
goed te zien als er
voldoende contrast
is met de
ondergrond. Boven
zee is dat vrijwel
altijd het geval.
Ook een bruine pluim
boven een besneeuwd
landschap doet het
goed. In andere
gevallen is de
uitstoot van
vulkanen moeilijker
zichtbaar.
Dat geldt
bijvoorbeeld voor
een witte pluim
boven sneeuw, al
willen schaduwen dan
nog wel eens
uitkomst bieden. In
dat soort gevallen
kan men
ook gebruik maken
van beelden in
'valse kleuren'. De
MODIS verzamelt
namelijk ook
stralingsgegevens in
het infrarood en
nabij-infrarood.
Combinatie daarvan
met zichtbaarlichtmetingen
levert beelden op
als weergegeven in
figuur 14. In de
groenige figuur,
gebaseerd op
metingen in het
infrarood en het
zichtbaar licht, kan
beter dan
in een
'gewoon' beeld in
natuurlijke kleuren
een onderscheid
gemaakt worden
tussen as op de
grond, de pluim van
de vulkaan en
bewolking, met name
bewolking bestaand
uit ijskristallen.
IJswolken zijn
turkoois, op het
satellietbeeld
doorweven met het
wit van waterwolken.
De hete uitstoot van
de vulkaan bevat
geen ijs en is dus
geheel wit. De as op
de grond is half
doorzichtig grijswit,
met hier en daar een
plukje groen, waar
nog vegetatie
aanwezig is. Land
zonder begroeiing
heeft een bruine
kleur. Bij het rood
getinte
satellietbeeld in
figuur 14 zijn
eveneens valse
kleuren gebruikt om
het contrast te
vergroten. Doordat
sneeuw in dit beeld
rood wordt
weergegeven,
onderscheidt de
vulkaanpluim zich
duidelijk van de
ondergrond. |
Op de
Terra-satelliet
wordt naast de MODIS
de Advanced
Spaceborne Thermal
Emission and
Reflection
Radiometer (ASTER)
meegevoerd.
De resolutie van de
ASTER is hoger: de
Amerikanen en
Japanners die bij de
ontwikkeling van het
instrument betrokken
zijn, beschouwen het
instrument als de
'zoomlens' van de
Terra. De
waarnemingen worden
doorgaans
gepresenteerd in
valse kleuren; een
voorbeeld geeft het
satellietbeeld van
de pluim van de Chaitén van 19
januari 2009 (figuur
2, links). Op het
ASTER-beeld is
vegetatie rood, kale
grond en as bruin en
water diep blauw. De
pluim van de vulkaan
is door en door wit
en dik genoeg om de
ondergerond aan het
zicht te onttrekken.
Door hun hoge mate
van detail lenen de
ASTER-beelden zich
goed voor
vergelijkingen van
de situatie rond
vulkanen vóór een
uitbarsting en
daarna. Zo toont
figuur 8
de
veranderingen op het
eiland Matua na de
in figuur 1 in beeld
gebrachte
spectaculaire
eruptie van juni
2009. Het
satellietbeeld links
is van 30 mei 2007,
dus van ver voor de
uitbarsting. Het
rood van de
opkomende vegetatie
wordt er afgewisseld
door het wit van
sneeuw. Het
rechterbeeld
is
van
30 juni, kort na de
uitbarsting. De
sneeuw is door het
verder gevorderde
seizoen, maar
mogelijk ook door de
warmte van de
vulkaan,
geheel
verdwenen. Datzelfde
geldt voor de
vegetatie
van de
noordwestelijke
helft van het
eiland. Alle
'groen', rood op het
satellietbeeld,
heeft plaats
moeten
maken voor het grijs
en bruin van door de
vulkaan uitgestoten
gesteenten en as.
Tegelijkertijd is de
zuidoostelijke helft
rijkelijk begroeid,
wat valt af
te leiden uit de
helderrode tint. |
|
|
12: Veranderingen
van het eiland atua
door de in figuur 1
getoonde uitbarsting
van de vulkaan
Sarychev Peak in
juni 2009. Vegetatie
is rood,
kale grond en as bruin, water diep blauw en bewolking,
sneeuw en 'rook' van
de vulkaan wit. Het mouse-onbeeld is van
26 mei 2007;
het
andere beeld van
vlak na de eruptie. Door de uitbarsting is alle
vegetatie op de
noordwestelijke helft van het eiland
verdwenen.
Instrument: ASTER.
Satelliet: Terra. Bron: NASA/Earth Observatory. |
17-18 : ISS-beelden
van
vulkaanuitbarstingen
met langgerekte
aspluimen. Links: de
Etna, 30 oktober
2002. De
kijkrichting is
zuidoost,
schuin
naar beneden. Onderin de atmosfeer voeren noordwestenwinden de
vulkanische as naar
het zuidoosten.
Hoger in de
dampkring
is de
stroming noordelijk en beweegt de vulkanische as naar het zuiden.
De lichtgetinte
pluimen die beginnen
onder de top worden
veroorzaakt door bosbranden, die door
de hete lava zijn aangestoken. Bron: NASA/
ISS005E19016.
Midden: de 1730
meter hoge
vulkaan
Cleveland op Chuginadak Island in
de Aleoeten bij Alaska. De foto werd gemaakt kort na het begin
van een eruptie op
23 mei
2006. De aspluim breidt
zich vanaf de top
uit naar het
westzuidwesten. De bemanning van het internationaal ruimtestation
was de
eerste die de
uitbarsting
signaleerde en
vervolgens direct
meldde aan het Alaska Volcano Observatory. Twee uur later was de eruptie
al
weer voorbij en
dreef de van de
vulkaan losgekomen aswolk met de wind
mee weg. De opname
werd gemaakt met een digitale
camera en een lens met
een brandpuntafstand van 800 millimeter.
Bron:
NASA/ISS013E24184. |
De incidentele
foto's van
vulkaanuitbarstingen
vanuit het
internationale
ruimtestation (ISS)
vormen een
waardevolle
aanvulling op de
routinematige
satellietbeelden.
Natuurlijk kan de
uitstoot
van een
vulkaan ook vanuit
het ISS van bovenaf
worden
gefotografeerd (zie
figuur 2, rechts),
maar er zijn
talrijke andere
gezichtshoeken
mogelijk. Dat dit
dan leidt tot
spectaculaire
resultaten, tonen de
bij dit artikel
geplaatste ISS-beelden. Zo laat
de openingsfoto van
de vulkaan Sarychev
Peak verschillende
verschijnselen zien
die aan het begin
van een explosieve
uitbarsting kunnen
optreden
(figuur 1).
Bovenaan de kolom
met vulkanische as
ontwikkelt zich een
´scherm´, een
kenmerk van de
eerder beschreven
vulkanische mesocycloon. De
witte wolk bij het
scherm is ontstaan
doordat de lucht
boven de kolom met
vulkanische as werd
gedwongen tot snel
opstijgen, daarbij
afkoelde
en vervolgens
oververzadigd
raakte. Het gat in
de wolkenvelden rond
het
eiland Matua
hangt vermoedelijk
eveneens samen met
de uitbarsting. |
|
Verder is er een
dichte, lichtgrijze
wolk die dichter bij
de grond lijkt te
blijven.
Waarschijnlijk gaat
het om een
pyroclastische
stroom, een lawine
van hete gesteenten,
as en gas die
tijdens explosieve
vulkaanuitbarstingen
met grote snelheid
naar beneden komt.
Ook de ruimtefoto´s
van figuur 9
tonen
vulkaanuitbarstingen
op een manier die
satellieten niet
kunnen evenaren.
De
Etna (links) wordt
door de Italianen
voortdurend
nauwgezet in de
gaten gehouden, dus
ruimtebeelden zullen
in dit geval zelden
een primeur
opleveren. Bij de
foto van de
uitbarsting van de
Cleveland op Chuginadak Island in
de Aleoeten bij
Alaska was dat wel
het geval (rechts).
De astronauten in
het ISS waren de
eersten die zagen
dat er in deze
afgelegen
streek iets aan de
hand was. Daardoor
kon het
vliegverkeer, dat
veel last kan hebben
van vulkanische as,
tijdig gewaarschuwd
worden. Voor een
volledig dekkend
systeem van tijdige
waarschuwingen voor
vulkanische as zijn
de huidige
ruimtewaarnemingen
echter niet
voldoende. |
|
Bron:
Kees Floor - Het weer op satellietbeelden |
|
|
|
|