|
Hoofdstuk 10 -
Wasbordpatroon in
bewolking |
|
Satellietbeelden
tonen achter
gebergten of
bergachtige eilanden
vaak wolkenribbels.
Zo'n wasbordpatroon
in de bewolking
hangt samen met
lijgolven die
ontstaan in de lucht
die over de bergen
stroomt. Dergelijke
golven kunnen zich
vormen achter
allerlei
uitstulpingen van
het
aardoppervlak,
van bescheiden
heuvels tot hoge
bergen. Ze zijn niet
alleen aanwezig op
het niveau van de
toppen van bergen en
heuvels,
maar worden
soms ook tot op veel
grotere hoogte
teruggevonden. Zo
kwam een Amerikaans
U-2
spionagevliegtuig op
twintig kilometer
hoogte
nog lijgolven
tegen;
radarwaarnemingen
gaan tot dertig
kilometer en ook
lichtende
nachtwolken op
tachtig kilometer
hoogte vertonen de
kenmerken van
golven. |
|
1. Lijgolven achter
de Aleoeten. Datum:
6 september 2002.
Satelliet: Terra.
Bron: NASA/GSFC
MODIS Land Rapid
Response Team. |
2. Lijgolven boven
Oost-IJsland. Datum:
26 februari 2002.
Satelliet: NOAA 16.
Beeldbewerking:
Freie
Universität,
Berlijn, Duitsland. |
3. Lijgolven boven
Ierland en
Schotland. Datum: 17
december 2003.
Satelliet: Aqua.
Bron: NASA/GSFC
MODIS Land Rapid
Response Team. |
|
Lijgolven |
|
Lijgolven werden in
1933 'ontdekt' in
het Duitse
Riesengebergte door
zweefvliegers, die
er vanaf dat moment
gebruik van maakten
om er hoger
mee
te komen en grotere
afstanden mee
af te
leggen. Al in 1937
kwam men boven de
zevenduizend meter
en in 1989 bereikte
een zweefvlieger in
de lijgolven van de Sierra Nevada in de
Verenigde Staten een
hoogte van bijna
vijftien kilometer.
Ook de langste
zweefvlucht maakte
gebruik van
lijgolven; in 2001
werd zo achter de
Andes in Argentinië
een afstand afgelegd
van meer dan 2500
kilometer.
De
natuurkundige Lyra
gaf in 1943 als
eerste een
theoretische
verklaring voor het
verschijnsel. |
Om lijgolven te
krijgen is een
stevige wind op de
hoogte van de
bergtoppen vereist,
bij voorkeur
loodrecht op
de
bergkam. Bij meer
puntvormige
barrières, zoals
vulkanische eilanden
in de
oceaan,
doet de windrichting
er minder toe. De
atmosfeer moet
stabiel zijn
opgebouwd; alleen in
stabiele lucht keert
een door een
golfbeweging
van zijn
oorspronkelijk
niveau omhoog
gebracht
luchtdeeltje terug
naar zijn
uitgangspositie. |
Om lijgolven te
krijgen is een
stevige wind op de
hoogte van de
bergtoppen vereist,
bij voorkeur
loodrecht op
de
bergkam. Bij meer
puntvormige
barrières, zoals
vulkanische eilanden
in de
oceaan,
doet de windrichting
er minder toe.
De
atmosfeer moet
stabiel zijn
opgebouwd; alleen in
stabiele
lucht keert
een door een
golfbeweging
van zijn
oorspronkelijk
niveau omhoog
gebracht
luchtdeeltje terug
naar zijn
uitgangspositie. |
|
De opstijgende lucht zet namelijk uit door de afnemende luchtdruk, koelt daardoor af, wordt zwaarder dan de lucht in de omgeving en zakt vervolgens terug. Daarbij schiet het luchtdeeltje te ver door naar beneden, wordt samengedrukt, warmt op en stijgt weer omhoog naar het oorspronkelijke niveau. Het schiet ook daar weer te ver door en zo ontstaat een golfbeweging. |
|
De golflengten lopen achter individuele bergen of bergkammen uiteen van drie tot twintigkilometer; daarnaast
kunnen de Alpen, de
Pyreneeën, de
Karpaten en andere
grote berggebieden
als geheel bij
voldoende wind ook
nog lijgolven
opwekken met een
golflengte van twintig tot veertig kilometer. |
|
|
|
Het ontstaan van ljjgolven achter bergen |
|
|
De golflengte is groter naarmate het harder waait en naarmate de lucht minder stabiel is. In onstabiele lucht bestaat geen mechanisme om lucht
die uit positie is geraakt, terug te drijven naar het oorspronkelijke niveau; daardoor treden er in dat geval geen lijgolven op. De golfhoogte wordt bepaald door de hoogte en de omvang van het gebergte, de karakteristieken van berghellingen en de stabiliteit van de atmosfeer. |
|
Naast een stevige
wind uit de goede
hoek is een toename
van de windsnelheid
met de hoogte
belangrijk, zonder
dat daarbij de
windrichting
verandert; uit deze
situatie putten de
golven
hun energie.
Als de overgang
tussen de troposfeer
en de daarboven
gelegen stratosfeer
niet te
abrupt
is,
kunnen de golven tot
grote hoogte in de
stratosfeer aanwezig
zijn. Lijgolven
treden het hele
jaar door op. De kans erop is in het winterhalfjaar echter groter dan 's zomers, omdat het 's winters harder waait en de atmosfeer dan vaker de juiste stabiliteit bezit. De geschikte meteorologische omstandigheden doen zich onder andere voor aan de voorzijde van een frontale zone en wanneer zich een zogeheten
straalstroom boven bergachtig gebied bevindt. |
|
|
5: Lijgolven achter
de Bouvet Islands in
de zuidelijke
Atlantische Oceaan,
27 maart 2000. Bron:
EUMETSAT. |
6. Stof waait uit de
Sahara over de
Atlantische Oceaan.
In het stof is boven
zee een geribbeld
wasbordpatroon
zichtbaar. Datum: 1
januari 2005.
Satelliet: Aqua. Bron: NASA/GSFC MODIS Land Rapid Response
Team. Meer
over saharastof in
het volgende
hoofdstuk |
7. Wasboordpatroon
achter de Zuid
Sandwicheilanden in
het zuiden van de
Atlantische Oceaan,
27 januari 2004.
Satelliet: Aqua.
Bron: NASA/GSFC MODIS Land
Rapid Response Team. |
|
Bewolking |
|
De lijgolven zijn in principe niet zichtbaar. Toch
kunnen ze een patroon met wolkenribbels veroorzaken,
dat onder andere op van satellieten afkomstige
hogeresolutiebeelden zichtbaar is.
Dat is het geval
als er in de toppen bewolking zit, terwijl er
tegelijkertijd in de golfdalen geen
bewolking aanwezig is. Zo'n situatie komt geregeld
voor, doordat de lucht die zich in de golftoppen
bevindt, omhoog is gebracht, is afgekoeld en daarbij
oververzadigd geraakt kan zijn zodat er condensatie
optreedt en er zich bewolking vormt. In de golfdalen
bevindt zich juist lucht die is
gedaald en daarbij is opgewarmd; daardoor is de
relatieve vochtigheid lager geworden en eventueel
aanwezige bewolking mogelijk opgelost.
De bewolking die onder deze omstandigheden in
de
golftoppen ontstaat, is veelal lensvormig;
weerwaarnemers spreken van altocumulus
lenticularis.
Op satellietbeelden vormen achtereenvolgende
lenswolken de wolkenribbels die aanleiding geven tot
een wasbordpatroon.
Achter vulkanische
eilanden
toont het wasbordpatroon grote gelijkenis met
boeggolven van schepen. Naast bewolking kan ook stof
het wasbordpatroon zichtbaar maken. Beeld 5 toont
hiervan een voorbeeld. |
|
Bron:
Kees Floor - Het weer op satellietbeelden |
|
|
|
|