|
Verdamping -
hoofdstuk 10
|
|
Internationale aanduiding: evaporation |
|
Dit is een proces waarbij water in vaste of vloeibare vorm overgaat in damp. Het verdampingsproces vindt plaats op het grensvlak van atmosfeer
en water c.q. ijs, en wordt direct of indirect gevoed door de energie van de zon. Levende wezens (planten en dieren) spelen een belangrijke rol
bij de water dampafgifte aan de atmosfeer. Op het land is de bijdrage van planten aan de totale verdamping vanwege de relatief grote aanwezigheid zelfs het grootst. Daarom verstaat men in de meteorologie en klimatologie onder verdamping vaak ook wel meer specifiek evapotranspiratie. |
|
Het verdampingsproces op het land is afhankelijk van het beschikbare bodem vocht, de gewassoort en -ontwikkeling, en meteorologische factoren. Deze meteorologische factoren worden samengevat in het begrip referentie gewas verdamping. Door het KNMI wordt referentie gewasverdamping operationeel geregistreerd en opgeslagen. Het gaat hierbij niet om rechtstreekse metingen maar om een berekening van de referentie-gewasverdampingswaarde uit globale straling en temperatuur. |
|
Definitie, omschrijving van het begrip |
|
De referentie gewasverdamping is de evapotranspiratie van een uitgebreid uniform, bodembedekkend, van buiten droog grasoppervlak met een hoogte van 8 tot 15 cm. (standaard gras), dat voldoende van water is voorzien. Middels het gebruik van o.a. gewasfactoren komt de relatie met
de werkelijke verdamping tot stand. De berekening is gebaseerd op een algoritme van enkele meteorologische basisparameters, te weten temperatuur en globale straling op de standaard meethoogte boven het aardoppervlak. Door het KNMI wordt de grootheid operationeel bepaald
op basis van de 24-uursom globale straling en de etmaalgemiddelde temperatuur van de 24 uurperiode 00 – 24 UTC. |
|
Eenheden |
De eenheid van de referentie gewasverdamping is conform SI en betreft de hoeveelheid water per oppervlakte.
Eenheid: mm. |
|
Elementcodes |
Symbool voor referentie gewasverdamping: E.
Het kleinste tijdvak waarover de referentie gewasverdamping berekend wordt is 24 uur |
Meetbereik |
Per definitie heeft verdamping een positieve meetwaarde, dus ≥ 0 (mm).
Verder zijn er geen beperkingen aan het vereiste bereik, dat wil zeggen dit wordt bij voorbaat toch al beperkt door de begrenzingen van de
basisparameters (temperatuur en globale straling). |
|
Vereiste resolutie in verband met berichtgeving |
De eis met betrekking tot de resolutie in de berichtgeving van de (afgeleide) waarnemingen referentie gewasverdamping is: 0,1 mm. |
|
Vereiste nauwkeurigheid |
Omdat referentie gewasverdamping een afgeleide variabele is, wordt de mate van nauwkeurigheid bepaald door de nauwkeurigheidscriteria van
de metin gen van de basisvariabelen ( temperatuur en globale straling) en de model nauwkeurigheid. Deze zijn echter zodanig scherp dat voor referentie gewas verdamping de nauwkeurigheidsmarges (0,1 mm) ruim worden gehaald. |
|
Vereiste waarneemfrequentie |
Op de 33 KNMI- stations, waar zowel (1,5 meter) temperatuur als globale stra ling wordt gemeten, wordt per etmaal (= periode 00 - 24 UTC) berekend wat de totale hoeveelheid referentie gewasverdamping in de onderhavige periode van 24 uur is geweest. |
|
Vereiste data aanwezigheid per specifieke periode |
De hoeveelheid referentie gewasverdamping over een etmaalperiode van 24 uur kan pas worden berekend indien zowel de waarde gemiddelde etmaal temperatuur (00 – 24 UTC), als de waarde van de etmaalsom globale straling (00 – 24 UTC) beschikbaar is. De eis met betrekking tot
de data-aanwezigheid van referentie gewasverdamping is aan deze parameters gerelateerd en niet scherper. Kort samengevat: |
|
a) Teneinde de waarde gemiddelde etmaaltemperatuur (00 – 24 UTC) te kunnen vaststellen is het noodzakelijk dat van de 24 onderhavige
uurwaarden temperatuur (SYNOP) er tenminste 20 aanwezig zijn. |
b) Ten einde de waarde van de etmaalsom globale straling (00 – 24 UTC) te kunnen vaststellen is het noodzakelijk dat alle uurwaarden
globale straling binnen daglichtperiode aanwezig zijn. |
De referentie gewasverdamping wordt niet rechtstreeks door het KNMI gemeten. De basisvariabelen voor de berekening zijn temperatuur
en globale straling. De beschrijving van de instrumenten en de techniek met betrek king tot de metingen van deze variabelen wordt gegeven
in de desbetreffende hoofdstukken (2 en 7) van dit handboek. |
Procedures bij uitval |
De referentie gewasverdamping over een etmaalperiode wordt berekend op basis van de waarde gemiddelde etmaaltemperatuur (00 – 24 UTC)
en de waarde van de etmaalsom globale straling (00 – 24 UTC). Zijn beide waarden of is een van deze waarden niet beschikbaar dan kan
geen berekening plaats vinden en is derhalve de waarde referentie gewasverdamping ontbrekend. De procedure bij uitval van referentie
gewasverdamping is gerelateerd aan de procedure met betrekking tot de onderhavige parameters. De beschrijving wordt gegeven in de desbetreffende hoofdstukken (2 en 7) van dit handboek. |
|
Procedures voor achteraf validatie |
Er is geen aparte validatieprocedure voor referentie gewasverdamping. Ten grondslag aan de valide verklaring van data referentie
gewasverdamping, ligt de validatie procedure met betrekking tot de onderhavige parameters tempera tuur en globale straling. De beschrijving
wordt gegeven in de desbetreffende hoofdstukken (2 en 7) van dit handboek. |
|
Procedures voor inspectie |
Inspectieprocedures zijn niet van toepassing omdat de referentie gewasver damping niet rechtstreeks door het KNMI gemeten wordt.
Ten grondslag eraan is de inspectieprocedure met betrekking tot de onderhavige parameters temperatuur en globale straling. De beschrijving en 7) van dit handboek. |
|
Procedures voor inspectie |
Inspectieprocedures zijn niet van toepassing omdat de referentie gewasver damping niet rechtstreeks door het KNMI gemeten wordt.
Ten grondslag eraan is de inspectieprocedure met betrekking tot de onderhavige parameters temperatuur en globale straling. De beschrijving
wordt gegeven in de desbetreffende hoofdstukken (2 en 7) van dit handboek. |
|
Opstellingseisen en omgevingscondities |
Een beschrijving van opstellingseisen en omgevingscondities in dit hoofdstuk is niet van toepassing omdat de referentie gewasverdamping niet rechtstreeks door het KNMI gemeten wordt. De basisvariabelen voor de berekening zijn temperatuur en globale straling. De beschrijving van de opstellingseisen en omgevingscondities met betrekking tot de metingen van deze variabelen wordt gegeven in de desbetreffende hoofdstukken
(2 en 7) van dit handboek. |
|
|
|
|
|
|