|
Meteorologische encyclopedie - hoofdstuk V |
|
Vlagerige wind: |
Tegenovergestelde van een bestendige wind. Bij grotere
windsnelheid kan een vlagerige wind problemen opleveren,
vooral voor het wegverkeer en de landbouw |
|
Vliegtuiggat: |
In wolken is soms een rond gat te zien dat veroorzaakt wordt
door vliegtuigen. Wanneer een vliegtuig door onderkoelde
waterdruppeltjes vliegt veroorzaakt dat trillingen. Dat
leidt ertoe dat de onderkoelde druppels kunnen bevriezen.
Daarbij ontstaan ijskristallen die, al ze groot genoeg zijn
omlaag vallen.
Het meestal wazige vliegtuiggat ontstaat door
transport van waterdamp uit de directe omgeving naar
ijsdeeltjes in het midden.
Dat transport ontstaat omdat bij
een bepaalde temperatuur de dampspanning van onderkoelde
druppels groter is
dan die van ijs |
|
|
|
|
|
Vliegtuigstrepen: |
Koude lucht kan maar weinig waterdamp bevatten. Extra
waterdamp, die door vliegtuigen in
de lucht
wordt gebracht,
leidt daarom direct tot
wolkenvorming in de vorm van strepen.
De witte vliegtuigstrepen, die het zonlicht iets kunnen
temperen, zijn kunstmatige wolken die ontstaan doordat
uitlaatgassen van vliegtuigmotoren de hoeveelheid waterdamp
en
roetdeeltjes in de lucht op de vliegroute doen toenemen. |
|
Dat gebeurt meestal rond 10 kilometer hoogte in de
atmosfeer, waar de lucht zeer koud is en het meer dan 40
graden vriest.
De vliegtuigstreep (ook "contrails" genoemd,
uit de samenvoeging van condensation en trails) begint
meestal een eindje achter het vliegtuig, omdat de warmte van
de uitlaatgassen wolkenvorming dichtbij de motoren
belemmert. In internationaal verband wordt onderzoek gedaan naar
de invloed van het luchtverkeer op de atmosfeer. |
|
|
Het Intergouvernementele Panel op het gebied
van
klimaatveranderingen (IPCC) stelt vast dat vliegtuigen, die
naast kooldioxide nog verschillende andere stoffen
uitstoten,
op een complexe manier invloed hebben op het
klimaat. Het effect van op het klimaat van mogelijke
veranderingen in de
bewolking door het vliegverkeer is
belangrijk maar onzeker. Naast de vliegtuigstrepen gaat het
ook om hoge bewolking die het broeikaseffect verder
versterkt. |
|
Vloedgolf: |
Aardbevingen, tropische cyclonen, tyfonen en hurricanes
kunnen aanleiding geven tot zeer hoge en snel voortlopende
golven. Als een aardbeving de oorzaak is spreekt van een van tsunami. Vloedgolven door stormen kunnen een hoogte bereiken
van 6 tot 13 meter en in ondiep water en inhammen kan een
tsunami uitgroeien tot tientallen meters hoogte.
Vloedgolven
eisen meestal
veel slachtoffers op. Vooral in Bangladesh
waar een vloedgolf ver het land in kan dringen en
mogelijkheden om de bevolking te waarschuwen of evacueren
beperkt zijn. |
|
Vochtigheid: |
Lucht kan slechts een beperkte hoeveelheid vocht bevatten.
De hoeveelheid vocht hangt af van de temperatuur. De
relatieve vochtigheid, uitgedrukt in procenten, geeft aan
hoeveel waterdamp de lucht bij de heersende temperatuur
bevat. Een waarde van 100% wijst op een maximale hoeveelheid
waterdamp: de lucht is dan verzadigd. Bij een relatieve
vochtigheid
van 50% bevat de lucht bij de heersende
temperatuur de helft van de maximaal mogelijke hoeveelheid
waterdamp. |
|
Vogezensysteem: |
Dit houdt in dat het weer tussen 2e Kerstdag en Drie
Koningen bepalend is voor het weer in het gehele komende
jaar. Dit zijn precies 12 dagen en elke dag bepaald het
weerverloop wat het gaat worden voor deze maand. 2e Kerstdag
is de dag die geldt voor de maand januari en zo gaat dat
voort tot 7 januari is bereikt, de dag die dan voor de maand
december geldt.
Iedere verandering die op één dag plaats
vindt, heeft ook gevolgen
voor in de maand waar die dag voor
staat. Vooral windrichtingverschillen aan de grond ten
opzichte van die in de bovenlucht en soort bewolking
zijn
van groot belang voor dit systeem. Ook neerslag, bewolking
of een heldere hemel spelen een grote rol. De rol van de
temperatuur is daaraan ondergeschikt.
Je moet dit systeem in hetzelfde licht bezien al
bijvoorbeeld de alternatieve geneeswijze. Het werkt vaak
doeltreffend, niet altijd,
maar je kan niet bewijzen waarom
en hoe. Wetenschappelijk valt dit niet te benaderen. Het
verleden heeft bewezen dat dit systeem goed kan werken, mits
de interpretaties juist zijn. Er sluipen wel een foutjes in
doordat niet de juiste zienswijze wordt gehanteerd. Maar al
doende leert men
en valt er nog aan dit systeem te
verbeteren. Verder heeft de praktijk bewezen dat het
moeilijk blijft om in te schatten hoe koud of warm het gaat
worden. Wel kunnen natte, droge en zonnige perioden er
uitgelicht worden. Dit systeem is de tegenhanger van de Enkhuizer Almanak die in ieder geval minder betrouwbaar is
en ook veel minder gedetailleerd. |
|
Volksweerkunde: |
Al eeuwen voor de jaartelling waren mensen gefascineerd door
het weer. Door waarnemingen of gewoon op te letten ontdekte
men bepaalde verbanden en wetmatigheden die in weerregels en
spreuken werden beschreven. Zoals de uitdrukking
"morgenrood, water in de sloot" of "kring om
de zon, water in de ton". Ook worden weersvoorspellingen
gedaan op basis van het gedrag van dieren of die verband
houden met planten.
De betrouwbaarheid van weerspreuken is betrekkelijk. Het
wisselvallige weer en het grillige verloop daarvan laat zich
niet
gemakkelijk in een eenvoudige regels vangen. Met name
voor het weer op de korte termijn blijken sommige weerregels
soms wel waarde te hebben maar voor de
langere termijn kan er nauwelijks een voorspellende
betekenis aan worden ontleend. |
|
Von Kármàn-wervels: |
Op satellietfoto's zijn vlak ten zuiden van de Canarische
eilanden en/of Madeira soms opvallende structuren in de
bewolking te zien. Deze lijken op wervels, die zich tot op
enkele honderden kilometers stroomafwaarts van de eilanden
kunnen uitstrekken. Dit soort wervels zijn vernoemd naar hun
ontdekker: Von Kármàn. Ze zijn verklaarbaar door te kijken
naar de wisselwerking die ontstaat tussen de vanuit het
noordoosten aanstromende lucht en de eilanden. Lucht wordt
gedwongen om het eiland heen te stromen, waardoor aan de
achterkant de lucht in een wervelbeweging wordt gebracht.
Het hoogste punt van het eiland Madeira ligt op 1861 meter
en is vaak het focuspunt voor de beschreven wervels. Andere
eilanden die dit type
wervels doen laten ontstaan, zijn de Kaapverdische Eilanden
voor de kust van Noord-Afrika en Guadeloupe voor de
Mexicaanse kust. |
|
Voorspelbaarheid: |
Weerberichten zijn geen voorspellingen maar verwachtingen.
Het weer kan immers anders uitpakken dan tevoren was
aangegeven.
De weersverwachting voor de komende 24 uur komt gemiddeld in
ongeveer acht van de tien gevallen uit, waarbij de
betrouwbaarheid per element,
zoals temperatuur, bewolking en wind iets varieert. Naarmate
de verwachting verder in de toekomst kijkt, neemt de
betrouwbaarheid af.
De weersverwachtingen voor vier en vijf dagen later zijn dus
in het algemeen minder betrouwbaar dan die voor de eerste
drie dagen. |
|
Toch zijn de verwachtingen voor vier en vijf dagen vooruit
gemiddeld in ongeveer zes van de tien gevallen juist. Voor
een termijn langer dan vijf dagen vooruit is dat nog niet
het geval en daarom reikt de meerdaagse tabel nog niet
verder dan vijf dagen vooruit.Wel wordt onderzoek gedaan naar de voorspelbaarheid van het
weer, waarbij ook geëxperimenteerd wordt met verwachtingen
tot tien dagen vooruit.
In het onderzoek naar de voorspelbaarheid speelt het
chaotische gedrag van de atmosfeer een grote rol. Het weer
van de komende dagen is op een ingewikkelde manier
afhankelijk van het weer op dit moment en die relatie maakt
het mogelijk om weersverwachtingen te maken. |
|
In de praktijk blijkt echter dat een kleine onnauwkeurigheid
in de beschrijving van het weer van vandaag grote gevolgen
kan hebben voor de verwachting van het weer in de komende
dagen.
De onderzoekers duiden dit wel aan als de
foutengroei. Die onnauwkeurigheden kunnen in de prognoses
sluipen door gebrek aan metingen, vooral boven oceanen en
andere onbewoonde
gebieden in de wereld of door de beperkte
nauwkeurigheid van de metingen. |
|
De vijfdaagse weersverwachting, die elke dag opnieuw op
grond van de laatste gegevens wordt ververst, kan daarom
dagelijks veranderen.
Daardoor is ook de voorspelbaarheid van het
weer
beperkt en
zijn prognoses voor weken of seizoenen vooruit zeer
onbetrouwbaar. Na een aantal dagen, in de regel zo'n 10 tot
14 dagen later, bestaat er vrijwel geen verband meer tussen
het weer van dat moment en het huidige weer.
Die termijn wordt wel de voorspelbaarheidshorizon genoemd. |
|
Voorwaarschuwing: |
Waarschuwing van het KNMI die mogelijk vooraf kan gaan aan
een Weeralarm, een ernstige waarschuwing voor extreem weer.
Een voorwaarschuwing in de periode van 12 tot 24 uur
voorafgaand aan een eventueel Weeralarm uitgeven. De kans
dat het tot een Weearalarm
komt is dan al minstens 50%. |
|
Vore: |
Eigenlijk hetzelfde als een trog maar dan meer in de buurt
van bergen. Ook nu is de luchtdruk relatief laag maar door
de bergen kan er door
stroming een lijnvore ontstaan. |
Vorst: |
Temperaturen onder nul op waarnemingshoogte van anderhalve
meter boven een grasveld. Onderscheid wordt gemaakt tussen,
zie tabel links. Een dag waarop het vriest
(minimumtemperatuur onder nul) wordt een vorstdag genoemd. |
|
Vorst aan de grond: |
Situatie waarbij dicht bij de grond (op 10 cm hoogte) de temperatuur onder het vriespunt is, terwijl de huttemperatuur boven nul is. Met name tijdens stralingsnachten kan vorstaan de |
|
|
Term |
Temperatuur |
Lichte vorst |
-1°C t/m -5 °C
|
Matige vorst |
-5°C t/m -10°C |
Strenge vorst |
-10°C t/m -15 °C |
Zeer strenge vorst |
-15°C en lager |
|
|
grond optreden. Vooral in de land- en tuinbouw kan vorst aan de grond in de lente grote schade aanrichten. Vroeger werd de term nachtvorst gebruikt. De temperatuur wordt op weerstations gewoonlijk op 1,5 meter boven een grasvlakte gemeten. |
|
Vorstdag: |
Van een vorstdag is sprake wanneer gedurende een etmaal de
temperatuur (op 1,5 meter hoogte) op enig moment beneden het
vriespunt is gekomen. |
|
Vorstniveau: |
Niveau in de atmosfeer, waarboven de temperatuur zich
beneden het vriespunt bevindt. |
|
Vorticiteit: |
De tendens van een bewegend gas of vloeistof, op een
bepaalde plaats, rond een as te beginnen draaien, zodat een
vortex wordt gevormd. |
|
Vrij koud: |
Term die kan voorkomen in een weersverwachting. Het verschil
tussen de maximum temperatuur en de normale temperatuur
bedraagt
dan -2 t/m -7°C. |
|
Vrij krachtige wind: |
Een vrij krachtige wind of windkracht 5 op de schaal van
Beaufort komt overeen met een 10-minuut gemiddelde
windsnelheid van 29 - 38 km/uur
(8,0- 10,7 meter per seconde).
In een vrij krachtige wind
waait stof gemakkelijk op zodat het hinderlijk kan zijn voor
de ogen. Ook vuilcontainers blijven niet overeind. Zowel
kleine takken met bladeren als hele bomen bewegen
bij
windkracht 5. De nachtelijke vogelstrek stopt, terwijl alle
vliegen aan de grond blijven met uitzondering van horzels.
Op het water ontstaan matige golven van een grotere
lengte
met opwaaiend schuim en overal
witte schuimkoppen. Een wind met een kracht van 5 Beaufort
of meer wordt in De Bilt jaarlijks gemiddeld (over
1971-2000) gedurende 2,79% van
het totale aantal uren gemeten, in Den Helder is dat
gemiddeld 24,50%, in Vlissingen 28,13%. |
|
Vrij warm: |
Term die kan voorkomen in een weersverwachting. Het verschil
tussen de maximum temperatuur en de normale temperatuur
bedraagt
dan +2 t/m +7°C terwijl de maximum
temperatuur 20°C of hoger
moet zijn. |
|
Vrij zacht: |
Term die kan voorkomen in een weersverwachting. Het verschil
tussen de maximum temperatuur en de normale temperatuur
bedraagt
dan +2 t/m +7°C terwijl de maximum temperatuur 19°C of lager
moet zijn. |
|
Vrijwillige waarnemer: |
Het KNMI maakt al sinds de oprichting in 1854 gebruik van
vrijwillige waarnemers. KNMI-oprichter Buys Ballot benaderde
verschillende belangstellenden met het verzoek om
waarnemingen te
doen voor het KNMI. Tegenwoordig beschikt
het instituut over automatische weerstations. Daarnaast is
er een meetnet van neerslagwaarnemers.
Iedere ochtend tappen
zo'n 325 vrijwilligers handmatig de regenmeter af en meten
zij zo
nodig de hoogte van de sneeuw met een liniaal. Daarnaast
beschikt het KNMI over een netwerk met een een geselecteerde
groep gebruikers die waarnemingen van (extreme) bijzondere
weersverschijnselen melden. In het kader van de
Natuurkalender en onderzoek naar klimaatveranderingen maken
vrijwilligers melding van ontwikkelingen
in de natuur, zoals
de bladontplooiing, het in bloei komen van planten, bladval,
vlinders en vogels. |
|
Vulkaan: |
Een vulkaan is eigenlijk niets anders dan een plek in de
aardkorst waar gloeiend vloeibaar gesteente, gas en as
uitkomen. Aardbevingen en vulkaanuitbarstingen zijn twee
verschillende natuurverschijnselen. Vulkanen bevinden zich
wel in seismisch actieve gebieden. Vulkaanuitbarstingen
kunnen lichte aardschokken veroorzaken |
|
Vurenzicht: |
Een zichtwaarneming tijdens de nacht is erg moeilijk. Vaak
is er geen goed verlicht zichtmerk voorhanden, maar slechts
een zwakke lichtbron.
Zelfs een zwakke lamp blijkt echter na het invallen van de
duisternis op veel grotere afstand te zien te zijn dan bij
daglicht.
Dit wordt het vurenzicht genoemd. Het vurenzicht
is dan ook groter dan het dagzicht. |
|
Vuurwerkmist: |
Om mist te vormen zijn condensatiekernen nodig, kleine vaste
of vloeibare deeltjes waaraan het water zich kan hechten
zodat druppeltjes ontstaan. Condensatie kernen zijn
bijvoorbeeld zoutkristallen boven zee of stof in de lucht.
Dat stof is vaak afkomstig van industrierook of verkeer. In
gebieden met vervuiling kan zich sneller mist vormen dan in
schone lucht.
Tijdens de jaarwisseling kunnen kruitdampen afkomstig van
vuurwerk een extra zetje
om mist te vormen of waar al mist was deze potdicht te
maken. Bron: Weer.nl |
|
|
|
|
|
|
|