Francis Beaufort
 
Francis Beaufort 7 mei 1774 - 17 december 1857 was een Britse admiraal, die met name bekend is geworden door de naar hem vernoemde schaal voor windkracht, de schaal van Beaufort. De Beaufortzee is ook naar hem vernoemd
 
Beaufort werd geboren in County Meath, Ierland, als zoon van Daniel Augustus Beaufort, de dominee in Navan. Hij begon zijn nautische carrière op 13-jarige leeftijd, toen hij zich inscheepte op de Oost-Indiëvaarder Vansittart. De reis ging naar het Verre Oosten. De bemanning had als opdracht een deel van Oost-Indië in kaart te brengen, maar door een slechte zeekaart liep het schip vast en leed de bemanning schipbreuk. Beaufort werd op het nippertje gered.
 
Hij was zeer geïnteresseerd in zijn omgeving; het in kaart brengen van gebieden vond hij zeer interessant en zijn ervaring met de schipbreuk maakte hem meer dan bewust van de waarde van een goede kaart, maar ook het weer fascineerde hem. Al op zijn 15e jaar startte hij met het bijhouden van een weer-logboek, waarin hij dagelijks een kort commentaar op de weersomstandigheden schreef.
 
Op 22-jarige leeftijd bereikte Beaufort de rang van luitenant ter zee. Hij diende toen op de H.M.S. Phaeton. In 1805 kreeg Beaufort het commando over de H.M.S. Woolwich, met als opdracht het uitvoeren van hydrografisch onderzoek in de streek bij de Rio de la Plata, in Zuid-Amerika. In deze jaren had hij al een eigen windschaal opgezet en een eigen wijze van het noteren van de weersomstandigheden.
Deze gegevens hield hij bij in het scheepslogboek. Gedurende zijn verdere leven op zee zou Beaufort dit vol blijven houden.
 
 
In 1811 en 1812 was Beaufort als bevelhebber van de Fredericksteen in de oostelijke Middellandse Zee, waar hij hydrografisch onderzoek deed en waar hij piraten bestreed. De kaarten die door hem gemaakt waren van de zuidelijke Turkse kust werden beschouwd als de betere, zo niet de beste van dat gebied. Bij de redding van een groep zeelieden die voor onderzoek aan wal gegaan waren werd Beaufort gewond; een kogel beschadigde
zijn heup zwaar. Dit zou het einde betekenen van zijn actieve leven op zee. Eind 1812 keerde hij met het schip terug naar Engeland.
 
Carrière
 
Vroege marinecarrière
Beaufort ging voor het eerst de zee op in 1789 met de Britse Oost-Indische Compagnie East Indiaman Vansittart. Ze verging, maar op één na overleefden alle bemanningsleden en Beaufort keerde naar huis terug.
 
Beaufort begon zijn marinecarrière in 1790 door als adelborst bij HMS Latona te komen. Ze werd laat in het jaar afbetaald en Beaufort stapte
in 1791 over naar het vijfde tarieffregat HMS Aquilon. Na het uitbreken van de oorlog met Frankrijk bevond hij zich op Aquilon tijdens de Slag om de Glorieuze Eerste Juni bij Ouessant in Bretagne in 1794, toen Aquilon de ontmast HMS Defense redde en breedtes uitwisselde met het Franse linieschip Impétueux.
 
Hij werd gepromoveerd tot luitenant op 10 mei 1796 op HMS Phaeton. Terwijl hij op Phaeton diende, raakte Beaufort zwaar gewond tijdens een uitschakeloperatie bij Málaga in 1800; de actie resulteerde in de verovering van de polocca Calpe met 14 kanonnen. Beaufort werd op 13 november 1800 gepromoveerd tot de rang van commandant.
 
Terwijl hij herstellende was van zijn verwondingen, waarin hij een schamel pensioen van £ 45 per jaar ontving, hielp hij zijn zwager, Richard Lovell Edgeworth, bij de aanleg van een seinpaallijn van Dublin naar Galway. Hij bracht twee jaar door met deze activiteit, waarvoor hij geen vergoeding wilde aanvaarden.
 
Commando
Beaufort keerde terug naar actieve dienst en werd op 30 mei 1810 benoemd tot kapitein bij de Royal Navy. Terwijl andere officieren in oorlogstijd ontspannende bezigheden zochten, bracht Beaufort zijn vrije tijd door met het nemen van dieptepeilingen en peilingen, het maken van astronomische waarnemingen om de lengte- en breedtegraad te bepalen, en het meten van kustlijnen. Zijn resultaten werden verzameld in nieuwe grafieken.
 
De Admiraliteit gaf Beaufort zijn eerste scheepscommando, HMS Woolwich. Hij zeilde haar naar Oost-Indië en begeleidde een konvooi Oost-Indiëvaarders terug naar Groot-Brittannië. De Admiraliteit gaf hem vervolgens de opdracht een hydrografisch onderzoek uit te voeren van de monding van de Rio de la Plata in Zuid-Amerika. Deskundigen waren erg onder de indruk van het onderzoek dat Beaufort terugbracht. Met name merkte Alexander Dalrymple in een nota aan de Admiraliteit in maart 1808 op dat "we weinig officieren (ik ken er zelfs geen) in onze dienst hebben die de helft van zijn professionele kennis en bekwaamheid hebben, en in ijver en doorzettingsvermogen kan hij niet worden overtroffen.
 
Anatolië
Na de Woolwich ontving Beaufort zijn eerste commissie na de kapitein, waarin hij het bevel voerde over Frederickstein.
 
Gedurende 1811-1812 charterde en verkende Beaufort het zuiden van Anatolië, een regio die hij Karamania noemde, waar hij veel klassieke ruïnes vond, waaronder de Poort van Hadrianus. Een aanval op de bemanning van zijn boot bij Adana door Turken onderbrak zijn werk en hij
liep een ernstige schotwond op in de heup. Hij keerde terug naar Engeland en stelde zijn kaarten op. In 1817 publiceerde hij zijn boek Karamania,
of een korte beschrijving van de zuidkust van Klein-Azië en van de overblijfselen uit de oudheid.
 
Hydrograaf van de marine
In 1829 werd Beaufort verkozen tot Fellow van de Royal Astronomical Society, en in hetzelfde jaar, op 55-jarige leeftijd (de pensioengerechtigde leeftijd voor de meeste administratieve tijdgenoten), werd Beaufort aangesteld als de Britse Admiraliteit Hydrograaf van de Marine. Hij vervulde die functie 26 jaar, langer dan welke andere hydrograaf dan ook. De productie van nieuwe kaarten steeg van 19 in 1830 tot 1230 in 1855.
 
In 1831 werd een wetenschappelijke afdeling van de Admiraliteit gevormd, die naast de Hydrografische Afdeling ook de grote astronomische observatoria in Greenwich, Engeland, en Kaap de Goede Hoop, Afrika, en de Nautische Almanak- en Chronometerkantoren omvatte, en Beaufort
was verantwoordelijk voor de administratie. Beaufort leidde enkele van de belangrijkste maritieme verkenningen en experimenten uit die periode.
Hij speelde een leidende rol in de zoektocht naar de ontdekkingsreiziger Sir John Franklin, die verdwaald was tijdens zijn laatste poolreis op zoek
naar de legendarische Noordwestelijke Passage.
 
Beaufort was geïnteresseerd in wetenschappelijke zaken buiten de grenzen van de navigatie. Als raadslid van de Royal Society, de Royal Observatory en de Royal Geographical Society (die hij hielp oprichten) gebruikte Beaufort zijn positie en prestige als topbestuurder om als ‘tussenpersoon’ op te treden voor veel wetenschappers van zijn tijd. Beaufort vertegenwoordigde de geografen, astronomen, oceanografen, geodesisten en meteorologen bij die overheidsinstantie, het Hydrografische Bureau, die hun onderzoek kon ondersteunen. In 1849 assisteerde hij bij de publicatie van de Admiralty Manual of Scientific Inquiry, om zowel marinepersoneel als algemene reizigers te helpen bij wetenschappelijk onderzoek, variërend van astronomie tot etnografie.
 
Beaufort trainde Robert FitzRoy, die tijdelijk het bevel kreeg over het onderzoeksschip HMS Beagle nadat zijn vorige kapitein zelfmoord had gepleegd. Toen FitzRoy werd herbenoemd als commandant voor wat de beroemde tweede reis van de Beagle zou worden, verzocht hij Beaufort dat er een goed opgeleide en wetenschappelijke heer werd gezocht als metgezel op de reis. uitnodiging aan Charles Darwin, die later gebruik maakte van zijn ontdekkingen bij het formuleren van de evolutietheorie die hij presenteerde in zijn boek The Origin of Species. Later, toen Beaufort de Board of Trade ervan overtuigde een meterorologische afdeling op te richten, werd Fitzroy de eerste directeur ervan.
 
Met behulp van zijn vele connecties, waaronder de Royal Society, hielp Beaufort bij het verkrijgen van financiering voor de Antarctische reis van 1839-1843 door James Clark Ross voor uitgebreide metingen van aardmagnetisme, gecoördineerd met soortgelijke metingen in Europa en Azië. is vergelijkbaar met het Internationale Geofysische Jaar van onze tijd.
 
Beaufort promootte de ontwikkeling van betrouwbare getijdentabellen rond de Britse kusten en publiceerde in 1833 de eerste editie van de Admiralty Tide Tables. Dit inspireerde soortgelijk onderzoek voor Europa en Noord-Amerika. Beaufort hielp zijn vriend William Whewell en kreeg de steun van de premier, de hertog van Wellington, bij het uitbreiden van het bijhouden van gegevens op 200 Britse kustwachtstations. Beaufort steunde zijn vriend Sir George Airy, de astronoom en bekend wiskundige, enthousiast bij het bereiken van een historische periode van metingen door de observatoria van Greenwich en Good Hope
 
Tegen de tijd dat Beaufort met pensioen ging, was de Admiralty Chart-serie een werkelijk wereldwijde hulpbron met 2.000 kaarten die elke zee bestreken.
 
Priveleven
 
Beauforts bestaande correspondentie van meer dan 200 brieven en dagboeken bevatte gedeelten die in persoonlijk cijfer waren geschreven. Beaufort veranderde het Vigenère-cijfer door het cijferalfabet om te draaien, en de resulterende variant wordt het Beaufort-cijfer genoemd. De ontcijferde geschriften hebben familie- en persoonlijke problemen aan het licht gebracht, waaronder enkele van seksuele aard. Het lijkt erop dat hij tussen 1835 en zijn huwelijk met Honora Edgeworth in november 1838 incestueuze relaties had met zijn zus Harriet. Uit zijn dagboekaantekeningen, in cijfers, blijkt dat hij hierover werd gemarteld door schuldgevoelens.
 
Hij stierf op 17 december 1857 op 83-jarige leeftijd in Hove, Sussex, Engeland. Hij wordt begraven in de kerktuinen van St. John in Hackney, Londen, waar zijn graf nog steeds te zien is. Zijn huis in Londen, Manchester Street nr. 51, Westminster, wordt gemarkeerd door een historische blauwe plaquette waarop zijn woonplaats en prestaties worden vermeld.
 
Familie
Beaufort trouwde eerst met Alicia Magdalena Wilson, dochter van Lestock Wilson RN onder wie hij voor het eerst had gediend; zij stierf in 1834. Van hun kinderen leefden in 1859 drie dochters en drie zonen. Ze omvatten:
 
Het familiegraf van Beaufort in
St John's Church Gardens, Londen
 
- Daniel Augustus Beaufort (1813/4-1898), geestelijke, trouwde in 1851 met Emily Nowell Davis, dochter van Sir John Francis Davis, 1st Baronet
- Francis Lestock Beaufort (1815-1879), diende van 1837 tot 1876 in het Bengaalse ambtenarenapparaa
- Sophia Mary Bonne trouwde met ds. William Palmer in 1838.
- Emily Anne Smythe (1826-1887) was een held van Bulgarije, een schrijver, illustrator en pleitbezorger van verandering in de opleiding van
  verpleegsters.
 
Beaufort trouwde in 1838 opnieuw met Honora Edgeworth, de dochter van zijn zwager Richard Lovell Edgeworth en zijn tweede vrouw. Francis 'zus Frances Beaufort was jaren eerder in de jaren 1810 met Edgeworth als zijn vierde vrouw getrouwd.
 
Bronnen: Wikipedia-nl, Wikipedia-en, Wikipedia-fr

    Categorieën: Meteorologie  I  Weer A tot Z  
 
Web Design