Dooi
 
Dooi houdt de toestand in wanneer de luchttemperatuur - vlak na een vorstperiode - boven nul komt. Het begrip wordt alleen gebruikt tot ongeveer één etmaal na het einde van de vorst. Eventueel wordt de dag daarna nog gesproken van aanhoudende- of doorzettende dooi.
Loopt de temperatuur niet verder op dan 4°C boven het vriespunt, dan wordt dat lichte dooi genoemd.
 
In het overgangsgebied met de zachtere lucht kan zich een neerslaggebied vormen en afhankelijk van de snelheid waarmee de dooi intreedt kan er eerst sneeuw vallen, die overgaat in natte sneeuw (dikkere vlokken) of regen. Zet de dooi niet door dan kan de neerslag opnieuw in sneeuw overgaan. Bij een snelle dooi-inval begint het vaak meteen te regenen, waarbij de druppels in de vrieslucht of op het aardoppervlak bevriezen.
In de weerberichten wordt dit ijzel genoemd.
 
Dooi op een landweg in Schoonenbeek
 
Onverharde weg met sneeuwbrij tijdens een dooi in Meersburg, oudejaarsavond 2005
 
Voorjaarsoverstromingen in natuurreservaat Väsmestorp, Västergötland, Zweden, 2022
 
Wanneer de zachtere lucht over het koudere aardoppervlak, een smeltende ijsvlakte of een sneeuwlaag stroomt, vormt zich door afkoeling mist.
Bij invallende dooi wordt het zicht slechter en kan dichte tot zeer dichte mist met een zicht van minder dan 50 meter ontstaan. Dooimist ontstaat bij aanvoer van zachte lucht, zodat het bij deze vorm van mist ook behoorlijk kan waaien. Langs de oevers van het IJsselmeer, waar de lucht wordt aangevoerd over een ijsvlakte kan het nog dagen na het eind van de vorstperiode mistig zijn en blijft ook de temperatuur lager dan elders in het land. Wanneer het bovendien hard waait gaat het ijs kruien.
 
Na een vorstperiode zit de vorst nog een tijd in de grond, waardoor het aan het aardoppervlak bij helder weer in de nacht weer snel zal vriezen.
Deze verraderlijke vorm van gladheid, die zeer plotseling kan optreden, wordt opvriezing genoemd
 
Impact op het landschap
 
Dooi heeft een grote impact op het landschap. De smeltende sneeuw en het ijs zorgen ervoor dat het waterpeil in rivieren en beken stijgt, wat mogelijk tot overstromingen kan leiden. Sneeuwsmelt verhoogt het bodemvocht en bevordert het optreden van modderstromen. Ook bestaat het risico dat sneeuwmassa’s van de daken glijden en wegen en paden blokkeren. Dooi kan het landschap aanzienlijk veranderen en tijdelijke of permanente schade veroorzaken, zoals erosie, verschuiven van hellingen en veranderingen in de bodemstructuur. Deze effecten kunnen ecologische en economische gevolgen hebben.
 
Belang voor mens en milieu
 
Dooi kan zowel positieve als negatieve gevolgen hebben voor mens en milieu. Aan de ene kant kan het het verkeer en de mobiliteit beïnvloeden, omdat er gladde wegen ontstaan ​​en de afvoer van smeltwater tot overstromingen kan leiden. Bovendien kan het smelten van sneeuw leiden tot erosie en bodemverlies, waardoor landbouwgrond wordt aangetast en ecologische habitats veranderen. Aan de andere kant is dooi gunstig voor de landbouw, omdat de grond wordt bevochtigd en het smeltwater de watervoorraden aanvult. Door dooiweer kan bevroren water ook ontdooien, wat belangrijk kan zijn voor de scheepvaart. De gevolgen van de dooi moeten echter zorgvuldig worden gemonitord, beheerd en, indien nodig, aangepast om de negatieve gevolgen tot een minimum te beperken en mogelijke voordelen te behalen, zoals: B. bij de exploitatie van waterkrachtcentrales of bij het waterbeheer.
 
Bronnen: Wikipedia-nl, Wikipedia-de

    Categorieën: Meteorologie  I  Weer A tot Z  
 
Web Design