|
|
IJseieren, of ijsballen, zijn een zeldzaam fenomeen dat wordt veroorzaakt door een proces waarbij kleine brokken zee-ijs in open water door wind
en stroming over een strand worden gerold en uitgroeien tot grotere ballen die zich kunnen ontwikkelen tot een hoop kunnen ophopen. |
|
|
IJseieren (5–10 cm) op Stroomi Beach, Tallinn, Estland. De temperatuur was ongeveer min 15-20 graden Celsius. |
|
|
|
Risto Mattila fotografeerde de "ijseieren" op het eiland Hailuoto |
|
Dit fenomeen doet zich voor onder zeer specifieke omstandigheden, vooral in de herfst, wanneer de luchttemperatuur iets onder 0°C ligt en die
van een ijsvrij water rond het vriespunt ligt. Er begint zich ijs te vormen op het wateroppervlak en het wordt door de golven en de wind meegevoerd naar een zacht glooiend strand. De aanwezigheid van een bevriezende kern, zoals zand, dient om opeenvolgende ijslagen op te hopen om deze ballen te vormen tijdens het heen en weer gaan van de golven en de schokken tussen de stukken ijs. Na voldoende tijd kunnen de bevroren ballen
zo groot worden als een kiezelsteen of groter. Voorwaarde voor de vorming is onder meer dat de sneeuw, waaruit de ballen zijn gevormd,
niet te plakkerig mag zijn en dat de temperatuur niet te laag is. |
|
Frequentie |
Dit fenomeen kan overal optreden waar aan de voorwaarden wordt voldaan. Een ijsspecialist van het Fins Meteorologisch Instituut merkte op dat ijseieren/-ballen zeldzaam maar niet ongekend zijn en ongeveer één keer per jaar voorkomen aan de Finse kust. |
|
Extreme voorbeelden |
In 2016 spoelden op een strand in Siberië gigantische ballen aan, sommige met een diameter van een meter. Op de Amerikaanse Grote Meren zijn ijsballen met een gewicht tot 34 kg gerapporteerd. |
|
|
|
|
|
|