|
|
De QFE is de luchtdruk bij het aardoppervlak op een bepaalde plaats, bijvoorbeeld een vliegveld, uitgedrukt in hectopascal (hPa). De QFE kan worden gebruikt om een hoogtemeter van een luchtvaartuig af te stellen. Een hoogtemeter die is ingesteld op de QFE van een vliegveld geeft de hoogte van het vliegtuig weer ten opzichte van het aardoppervlak bij dat vliegveld. |
|
De instelling van de hoogtemeter op de QFE waarde geeft een weergave van "0" voet als het vliegtuig op de grond staat. Ter vergelijking: indien de hoogtemeter op de QNH waarde is ingesteld van het vliegveld (en het vliegtuig op de grond staat) geeft de hoogtemeter de elevatie (hoogte ten opzichte van zeeniveau) van dat vliegveld weer. Instelling van de hoogtemeter op "QNH" is de meest gebruikelijke instelling in de luchtvaart). |
|
Een hoogtemeter werkt op basis van de luchtdruk. Hoe lager de druk, hoe groter de hoogte. Vuistregel hiervoor is dat de druk daalt met 1 hPa voor iedere 27 voet toegenomen hoogte. Als de QFE te hoog is ingesteld, dan zal de hoogte ook te hoog worden aangegeven. Is de QFE te laag ingesteld, dan zal de hoogte te laag worden aangegeven. |
|
|
|
Hoogtemeter die kan worden afgesteld ten opzichte van een bepaald drukvlak, |
|
|
Als de QFE niet bekend is, dan kan op de grond de hoogtemeter worden afgesteld door de weergegeven hoogte in te stellen op 0. De hoogtemeter zal dan in het druk-veld de werkelijke QFE aangeven. |
|
Volgens ICAO document 4444, §4.10, moet standaard gebruik worden gemaakt van 'altitude' (dus QNH) en niet van 'height' (dus QFE). Landen mogen afwijken hiervan, maar moeten dat dan melden aan de ICAO en opnemen in hun AIP. Maar vermeldt een land hier niets over, dan geldt dus onder de overgangshoogte het verplichte gebruik van de QNH. Een uitzondering hierop is de eindnadering, die kan worden uitgevoerd met gebruik
van de QFE, waardoor de hoogtemeter de ware hoogte boven de baan(drempel) weergeeft. |
|
|
De QNH is de luchtdruk op een bepaalde plaats, bijvoorbeeld een vliegveld, uitgedrukt in hectopascal (hPa) en teruggerekend naar gemiddeld zeeniveau. De QNH wordt gebruikt om de hoogtemeter van een luchtvaartuig af te stellen. De hoogtemeter werkt op basis van de luchtdruk.
Hoe lager de druk, hoe groter de hoogte. Vuistregel hiervoor is dat de druk daalt met 1 hPa voor iedere 27 voet toegenomen hoogte. Als de QNH te hoog is ingesteld, dan zal de hoogte ook te hoog worden aangegeven. Is de QNH te laag ingesteld, dan zal de hoogte te laag worden aangegeven. Tijdens opstijgen en landen wordt de lokale QNH gebruikt, zoals opgegeven door het vliegveld. Als deze niet bekend is, dan kan op de grond de hoogtemeter worden afgesteld door de weergegeven hoogte in te stellen op de ligging van het vliegveld ten opzichte van gemiddeld zeeniveau.
De hoogtemeter zal dan in het QNH-veld de werkelijke QNH aangeven. |
|
Hoogtemeter instelling op grotere hoogte |
Als tijdens het stijgen de overgangshoogte wordt gepasseerd, in Nederland 3000 voet voor een IFR vlucht en 3500 voet voor een VFR vlucht en in België 4500 voet, dan moet de hoogtemeter worden ingesteld op de standaard hoogtemeterinstelling.
Dit is wereldwijd 1013 hPa. Als een kruisvlucht wordt gemaakt precies op of onder de overgangshoogte, dan moet de regionale QNH worden ingesteld. Deze wordt verstrekt door de luchtverkeersdienst. Als gestegen wordt tot boven de overgangshoogte, dan moet worden doorgestegen tot boven het overgangsniveau. Dit is een hoogte gebaseerd op een ingestelde druk van 1013 hPa, die altijd boven de overgangshoogte ligt. |
|
De hoogte van het overgangsniveau wisselt afhankelijk van de plaatselijke luchtdruk, zodat de werkelijke afstand tussen de overgangshoogte en het overgangsniveau
altijd groot genoeg blijft. Als tijdens het dalen het overgangsniveau wordt gepasseerd, dan moet de hoogtemeter weer worden ingesteld op de lokale of regionale QNH.
Een kruisvlucht tussen de overgangshoogte en het overgangsniveau is niet toegestaan, aangezien stijgend en dalend verkeer in dit gebied verschillen van hoogtemeterinstelling, zodat het onderlinge hoogteverschil niet eenvoudig bepaald
kan worden. |
|
|
|
schematische weergave van de hoogtemeterinstellingen in het luchtruim (met weergegeven een vliegtuig dat op flight level 060 vliegt) |
|
|
|
|
|
|
|