Vorst (weer)
 
Vorst, vaak synoniem gebruikt met vorst, verwijst naar elke daling van de luchttemperatuur vanaf een waarde groter dan of gelijk aan 0°C op een bepaald tijdstip en in een bepaald gebied. De landbouwproductie, het transport, de kleding en vele andere gebieden lopen het risico in bepaalde periodes van het jaar te worden getroffen door vorst. Het verschijnen hiervan resulteert in de transformatie van vloeibaar water in ijs.
 
Highslide JS
Bevroren middag door een boerderijraam in de Trossachs in Schotland. december 2018.
 
Highslide JS
Helder ijs ontstaan ​​door vorst van eerder ontdooide sneeuw met reflecties en ijspegels
 
Highslide JS
IJskristallen
 
Luchtvorst en grondvorst 
 
Vorst treedt volgens de definitie uit de meteorologie op als de temperatuur op een hoogte van anderhalve meter boven de grond onder het
vriespunt komt. 
 
Daalt de temperatuur op 10 centimeter hoogte onder het vriespunt dan noemen de weerkundigen dat vorst aan de grond of nachtvorst. Om de
mate van de vorst aan te geven worden voor vorst op de waarnemingshoogte van anderhalve meter bovendien aanduidingen gegeven als lichte, matige of strenge vorst.  
 
Voorspelling 
 
Hoe hard het gaat vriezen is tevoren soms moeilijk precies aan te geven. Onder een heldere hemel kan de temperatuur heel snel dalen en kunnen verspreid over een gebied grote verschillen optreden. Als er bovendien sneeuw ligt zal het onder een onbewolkte hemel door afkoeling in het algemeen nog sterker afkoelen. 
 
Een dag waarop het vriest (minimumtemperatuur onder nul) wordt een vorstdag genoemd. Blijft de temperatuur het hele etmaal onder nul (ook maximumtemperatuur onder het vriespunt) dan is dat een ijsdag. Bij een temperatuur tussen −2 en +2 °C heet het in de volksmond dat de temperatuur rond het vriespunt ligt.  
 
Vorsttermen 
 
Gemeten in een weerhut op anderhalve meter hoogte 
 
IJsdag: Wanneer de maximumtemperatuur de hele dag −0,0 °C of minder bedraagt. 
Lichte vorst:  Wanneer een temperatuur tussen −5,0 °C en −0,0 °C wordt gemeten.
Matige vorst:  Wanneer een temperatuur tussen −10,0 °C en −5,1 °C wordt gemeten
Strenge vorst:  Wanneer een temperatuur tussen −15,0 °C en −10,1 °C wordt gemeten. 
Zeer strenge vorst:  Wanneer een temperatuur van −15,1 °C of lager wordt gemeten. 
 
Winter in Nederland 
 
In een normale winter loopt het aantal vorstdagen in Nederland uiteen van 23 in Vlissingen tot 46 in Eelde. Dit heeft overigens niet alleen te maken met het verschil tussen Zuid en Noord, maar ook met het feit dat Vlissingen dichter bij de zee ligt dan Eelde en dus meer invloed van de zee heeft.  
 
Recente koude winters in Nederland met veel vorstdagen 
De winter van 1995/1996 was de laatste zeer koude winter van de 20e eeuw. In deze winter vroor het vooral in de noordelijke helft van het land op bijzonder veel dagen: de aantallen liepen uiteen van 55 in Vlissingen tot 77 vorstdagen op diverse plaatsen in het oosten en noordoosten. Opmerkelijk aan de winter van 1995/1996 was vooral de langdurige kou, waardoor het aantal vorstdagen tussen november 1995 en april 1996 in Twente opliep tot 121 en in Eelde tot 119,
een nieuw record. Bovendien lag de gemiddelde temperatuur van de winter als geheel in heel Nederland zelf (iets) onder het vriespunt, iets wat sinds 1979 niet meer was voorgekomen.
In de barre winter van 1963 leverde dezelfde periode in Eelde 108 vorstdagen op. 
 
De winter van 1996/1997 kende weliswaar ook een zeer koude periode van eind december tot halverwege januari, waarin zelfs de tot nu toe laatste Elfstedentocht werd verreden, maar deze winter was over het geheel genomen toch minder koud dan die van 1995/1996. De winter van 2000/2001 telde in De Bilt 40 vorstdagen, wat vrijwel normaal is. Het voor- en naseizoen met de maanden november, maart en april meegerekend kwam het aantal uit op 53 vorstdagen. De koudste winter van de 21e eeuw was in Nederland tot nu toe die van 2009/2010, met in de Bilt een gemiddelde temperatuur van 1,1 °C, tegenover respectievelijk 3,3 °C normaal. Deze winter telde 95 hellmannpunten in de Bilt, Nieuw Beerta haalde 162.
 
Highslide JS
IJsschotsen aan het strand van Katwijk aan Zee, 1898
 
De laagste temperatuur van de 20e eeuw in Nederland werd gemeten te Winterswijk: −27,4 °C op 27 januari 1942. De laagste temperatuur van
de 21e eeuw in Nederland tot nu toe werd in Lelystad gemeten: −22,9 °C op 4 februari 2012. Het verschil in temperatuur in Nederland
(tussen noord en zuid) was op 6 januari 2009 het grootst in de gemeten geschiedenis. Om 23.00 uur vroor het 20,4 graden in Ell bij Weert,
terwijl het op Vlieland 1 graad boven nul was 
 
Bronnen: Wikipedia-nl, Wikipedia-de

    Categorieën: Meteorologie  I  Weer A tot Z  
 
Web Design