|
|
Aan de strijd om het predicaat 'warmste
plekje' kon tot voor kort slechts een
beperkt aantal, officiële waarneemstations
meedoen. Dankzij
satellieten is er nu
werelddekking en kan elke plaats
op aarde
zich nomineren. Bijkomend voordeel: de
records liggen opeens een stuk hoger. |
|
In de jaren 80 van de vorige eeuw werd als
vast onderdeel in het radioprogramma
Avondspits op Hilversum 3 dagelijks rond
half zeven het
warmste plekje in Nederland
gemeld met de bijbehorende temperatuur.
Meestal klopte daar weinig van. Alleen KNMI-waarnemingsstations
deden namelijk mee;
elders kon het natuurlijk warmer geweest
zijn. Verder beschikte men
slechts over de uurlijkse waarnemingen van die
dag tot en
met 18.00 uur plaatselijke tijd. De hoogste
temperatuur hoeft natuurlijk niet
noodzakelijkerwijs rond het hele uur op te
treden.
Met waarnemingen om de tien minuten
of met een continue temperatuurregistratie
krijg je een beter beeld van de
maximumtemperatuur op
een bepaalde plaats. |
|
Dergelijke gegevens kwamen pas na afloop van
het programma beschikbaar, in de winter kort
na 19.00 uur en in de zomer na 20.00 uur.
Dan bleek vaak dat de temperatuur en soms
ook het genoemde KNMI-station niet klopte. |
|
Afbeelding 1 |
|
|
|
Afbeelding 2 |
|
1: Om te weten waar het warmste plekje op
aarde zich bevindt, moet je de temperatuur
meten. Dat kan overal, zoals hier op de brug
bij
Devetern. De temperatuurvoeler is door de witte schoteltjes goed afgeschermd tegen straling en de wind
kan er goed langs stromen.
Toch dingt Rhenen niet mee naar de kwalificatie warmste plekje. Alleen
officiële waarneemstations van Meteorologische Diensten of Ministeries
van
Landsverdediging dingen mee; de tot nog toe gehanteerde spelregels sluiten
namelijk alle overige plaatsen uit van
deelname. Het gebruik
van satellietwaarnemingen kan het bezwaar van discriminatie ondervangen. Met satellieten
kun je de temperatuur van het landoppervlak
overal
op aarde op dezelfde manier meten. De spelregels moeten dan wel rigoureus worden aangepast. |
|
2: Satellietbeeld met de hoogste temperatuur
van het aardoppervlak in de periode 2003,
2004 en 2005. De temperaturen zijn gebaseerd
op
metingen van het MODIS-instrument op de Amerikaanse satelliet Aqua. Deze
komt elke dag rond 13.30 uur plaatselijke
zonnetijd over.
Het warmst zijn de dorre zandwoestijnen, zoals in Australië, Iran en de Sahara.
Bron:
NASA/Jesse Allen/Earth Observatory en EOS,
24 oktober 2006. |
|
Spelregels |
|
Dit soort problemen met het bepalen van het
warmste plekje doet zich niet alleen voor
bij radioprogramma's. Bij de vermeldingen
van warmste plekjes die ik vond, is steeds
alleen gekeken naar locaties met een erkend
waarneemstation en eengecontroleerde,
betrouwbare meetopstelling.
De weerrapporten
van zo'n station moeten bovendien
internationaal beschikbaar gesteld zijn voor
algemeen gebruik. En dan nog moeten,
om geen
appels met peren te vergelijken, de overige
spelregels eveneens duidelijk vastliggen.Temperatuurwaarnemingen in weerrapporten
voor internationaal gebruik worden verricht
op 1,5 meter hoogte. |
|
In tegenstelling tot drukwaarnemingen worden
ze niet herleid naar zeeniveau, zodat
laaggelegen plaatsen een gunstiger
uitgangspositie hebben;
de temperatuur neemt
in de dampkring
namelijk af met toenemende
hoogte. Verder moet de periode waarover we
het warmste plekje bepalen, worden
afgebakend: dit moment, vandaag, een
augustusmaand, een jaar. Of zijn we
op zoek
naar het warmste plekje aller tijden? Dan
blijkt
opeens weer dat men met aller tijden
de periode bedoeld die teruggaat tot het
begin van de betrouwbaar geachte
waarnemingen, bijvoorbeeld
het begin van de
vorige eeuw. |
|
Afbeelding 3 |
|
|
|
Afbeelding 4 |
|
|
|
Afbeelding 5 |
|
|
3:
Zichtbaarlicht-satellietbeeld van delen van
Egypte, Israël, Jordanië en Saudi-Arabië en
de Middellandse Zee, 13 mei 2005. De
Sinaï-woestijn
ligt
ingeklemd tussen de twee noordelijke uitlopers van de Rode
Zee: de Golf van Suez en de Golf van Eilat.
Bovenin isrechts van het midden
de Dode Zee zichtbaar. Links in beeld liggen de Nijl en de Nijldelta. Het
gebied rondom is grotendeels in gebruik voor
landbouw en heeft een
groene tint. Elders domineert het geel en beige van dorre, zanderige woestijngebieden.
Aan de onderzijde van het satellietbeeld
vervagen
de contouren door het opgewaaide
stof van zandstormen. |
|
4: Temperatuur van het aardoppervlak in
hetzelfde gebied en op hetzelfde moment als
bij het zichtbaarlichtbeeld. De warmste
plekken liggen
in de
woestijngebieden. In het geïrrigeerde landbouwgebied van de
Nijl liggen de temperaturen beduidend lager.
Het water van de
Middellandse Zee, de Rode Zee en de Dode Zee warmt nog weer minder snel op. De laagste temperaturen zijn weergegeven met blauwe
tinten; het betreft hier steeds bewolking. |
|
5:
Het warmste plekje op aarde
vind je niet in het tropisch
regenwoud, zoals hier bij
Monte Verde in Costa Rica. Door verdamping ligt de
temperatuur van de boomtoppen meestal rond 30 graden. |
|
Resultaten |
|
Toch is het wel leuk om te zien wart dit
soort 'ouderwetse 'warmsteplaatsbepalingen
oplevert. Het warmste plekje 'aller tijden'
in Nederland is Warnsveld in Gelderland;
daar werd het
23 augustus 1944 38,6 graden.
In de top tien wordt Warnsveld direct
gevolgd door Maastricht, waar de temperatuur
op 1,5 meter hoogte op 27 juni 1947 een
maximumbereikte van 38,4 graden. Dat zijn dan meteen de hoogste maandwaarden in Nederland voor juni en augustus. In de derde zomermaand is het tot nog toe minder warm geweest. |
|
Het record bedraagt 37,1 graden,
de temperatuur die vorig jaar (juli 2006)
werd gemeten in het Zeeuws-Vlaamse Westdorpe.
De hoogste temperatuur die ooit, op een
betrouwbare manier, werd gemeten op een KMI-station in België bedraagt 38,8 graden
in Ukkel op 27 juni 1947.
Het Nederlandse
record van 38,6 graden is in België slechts
goed voor een tweede plaats: Aubange 8
augustus 2003. |
|
Het warmste plekje van Europa ligt in
Spanje. Op 4 augustus 1881 werd het er 50,0
graden. Wereldwijd wordt Death Valley in
Californië vaak genoemd als warmste plek
ooit.
Deze woestijn is
het laagste punt van
het westelijk halfrond, ligt 86 meter onder
zeeniveau en heeft door deze
lage ligging
een voorsprong op andere, minder diep
gelegen gebieden.
Vaak is Death Valley
inderdaad de warmste plek van een bepaalde
dag en
de hoogste temperatuur die er ooit
werd gemeten bedraagt 56,7 graden. Dat was
op 10 juli 1913. |
|
Het record is echter in
handen van Al-'Az?z?yah, niet ver ten zuiden
van Tripoli in Libië, waar het - destijds
nog - kwik op 13 september 1922
opliep tot
57,8 graden. Gemiddeld over het hele jaar
genomen is het het warmst in Dalol: 34
graden. Dit Ethiopische plaatsje ligt
ongeveer honderdvijftig kilometer ten westen
van de Rode Zee in de Danakildepressie op
122 meter onder zeeniveau. |
|
Afbeelding-6 |
|
6:
Satellietbeeld met de
hoogste temperatuur van het
aardoppervlak in de periode
2003, 2004 en 2005. De
temperaturen zijn gebaseerd
op
metingen van het MODIS-instrument op de
Amerikaanse satelliet Aqua.
Deze komt elke dag rond
13.30 uur plaatselijke
zonnetijd over.
Het warmst
zijn de
dorre zandwoestijnen, zoals
in Australië, Iran en de
Sahara. Bron: EOS |
|
Werelddekking |
|
Natuurlijk is het onbevredigend dat slechts
een beperkt aantal erkende waarneemstations
zich in de competitie om de hottest spot
award kan begeven. Met de huidige mogelijkheden van satellieten, die dagelijks vanuit de ruimte de temperatuur overal op aarde kunnen bepalen, is dat
ook niet langer nodig. Wel moeten dan de spelregels drastisch op de schop |
|
Elke plaats op aarde mag voortaan meedoen.
We meten nu echter de temperatuur van het
aardoppervlak, dus niet van de lucht op 1,5
meter hoogte; dat laatste kan de satelliet
namelijk niet.
Dat maakt een groot verschil:
de hoogste gemeten oppervlaktetemperatuur in Death Valley
is 93,9 graden (15 juli 1972),
dus aanzienlijk meer dan die
luchttemperatuur op 1,5 meter hoogte
uit
1913. Ook is het gebied waarover die
locale
temperatuur wordt bepaald, veel groter dan
tot nog toe: minstens 250 bij 250 meter. |
|
Uurlijkse waarnemingen zijn eveneens
onmogelijk, laat staan continue registratie.
We nemen genoegen met één waarneming per
dag.
Als satelliet die de metingen mag
uitvoeren, kiezen we
de Amerikaanse Aqua, op
4 mei 2002 gelanceerd als een van de
waarneemplatforms
van het Earth Observation
System (EOS). De Aqua komt namelijk over
rond 13.30 plaatselijke zonnetijd. Deze
overkomsttijd ligt dichter bij
het tijdstip
van de maximumtemperatuur dan die van
zustersatelliet Terra, die om 10.30
passeert. |
|
De periode waarover we de waarnemingen
verrichten is noodzakelijkerwijze beperkt
tot de tijd dat de Aqua 'in de lucht' is. In
de figuur zijn de gegevens van 2003 tot 2009 verwerkt. |
|
Woestijn |
De kopposities van woestijnen blijken met de
nieuwe werkwijze niet bedreigd. De warmste
plekjes liggen net als vroeger in dergelijke
dorre
of uiterst spaarzaam begroeide,
zanderige gebieden. Bosgebieden zijn
kansloos; dat geldt zelfs voor het tropisch
regenwouden van de
Amazone en in Afrika. De
records zijn aanzienlijk verscherpt, een
gevolg van het feit dat nu de
oppervlaktetemperatuur is gemeten en niet
anger de luchttemperatuur op
1,5 meter hoogte. In 2003 trad de hoogste
temperatuur op in Queensland, Australië. Het
werd er 69,3 graden.
De 70 graden leek
binnen handbereik! |
|
Twee jaar later was het al zover. In de
woestijn Lat in Iran, waar besneeuwde bergen
oprijzen boven de heetste en droogste
zandvlaktes ter
wereld, werd het 70,7
graden. Direct sprong de toeristenbranche
erop in: Het dagblad Payvand's Iran News
riep avonturiers en backpackers
op de
uitdaging aan te gaan om een tocht naar het
heetste plekje op aarde te ondernemen. |
|
Meer toepassingen |
Temperatuurbeelden zoals hier afgedrukt zijn
er uiteraard niet alleen voor het bepalen
van records. Ze blijken ook een rol te
kunnen spelen
bij het monitoren van
landgebruik. Omdat bossen koeler zijn dan
bijvoorbeeld bouwland, zal de gemeten
temperatuur na het kappen of afbranden van
de bossen hoger liggen dan ervoor. In andere
gebieden zakt de temperatuur als er gebruik
gemaakt gaat worden van irrigatiesystemen in
de landbouw. Zo kan dus de ontbossing en de
toename van bouwland worden gevolgd.
|
|
|
|
|
|
|