|
Opleiding tot
meteoroloog |
|
Als meteoroloog bestudeer je natuurlijke processen, zoals luchtstromen en drukgebieden, en verschijnselen in de atmosfeer, zoals wolkenvorming
en verdamping, om zo weerberichten te
kunnen opstellen. Je analyseert hierbij gegevens die binnenkomen via de radar, de satelliet en de computer. Deze gegevens komen van meetstations op land, op zee, in de lucht en in de atmosfeer. De voorspellingen die je doet zijn handig voor het wegverkeer, de zee- en luchtvaart, de land- en tuinbouw en de recreatiesector. Als meteoroloog kun je je specialiseren, bijvoorbeeld in
weerberichten voor de zeevaart. Naast het doen van voorspellingen, doe je als meteoroloog onderzoek zodat de kennis over het weer up-to-date blijft. Ook kun je een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van nieuwe technieken, meetinstrumenten en computerprogramma’s om het weer te voorspellen. Als je de voorspelling hebt gemaakt, stel je het weerbericht op. Dit kan dan door
jou of door iemand anders via de media aan het
grote publiek bekend worden gemaakt. Ook kun je het rechtstreeks aan je opdrachtgevers doorgeven. |
Om meteoroloog te worden moet je een wo opleiding hebben gedaan op het gebied van technische- of natuurwetenschappen. Voorbeelden hiervan zijn Meteorologie en Luchtkwaliteit, Physical Sciences en Natuurkunde. Met deze opleidingen kun je je later specialiseren op het gebied van Meteorologie en kun je dit later ook als beroep gaan uitoefenen. Een natuurprofiel op de middelbare school is bij deze opleidingen vaak wel een vereiste.
Voor een opleiding
tot meteoroloog
worden er op
Universiteit van
Wageningen en
Utrecht studies
meteorologie
gegeven,
deze opleiding duurt 5
jaar. |
Als meteoroloog ben je doorgaans werkzaam bij een weerdienst. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld het KNMI maar ook het ministerie van defensie (die een eigen weerdienst heeft) of een commerciële weerdienst. Hier sta je onder leiding van een directeur of chef. Ook kun je terecht
als onderzoeker bij het KNMI of een universiteit. In dat geval analyseer je bijvoorbeeld luchtmonsters om meer inzicht te krijgen in het
broeikaseffect of de voorspelbaarheid van het klimaat. Je werkt samen met een vast team van collega’s. Je werkt grotendeels binnen.
Af en toe reis je naar het buitenland voor congressen en opleidingen. Je hebt onregelmatige diensten (ook ’s nachts) en geen vaste werktijden.
Dit is dus best zwaar. In elke dienst moeten er veel verschillende weersverwachtingen worden gemaakt. Vaak moet dat op ad hoc basis. Vooral op dagen met ‘kritische’ weersituaties, zoals storm en heftige sneeuwval, kan het erg druk en hectisch zijn op je werk. Het werk van een meteoroloog
is dus erg afwisselend. |
|
Universiteit
van Wageningen |
|
Op deze Universiteit
volg je het eerste
jaar de richting
Bodem, Water en
Atmosfeer. In het
tweede jaar
specialiseer je in
de richting
meteorologie.
De aandachtsvelden
in Wageningen
richten zich op: |
|
- Uitwisselingen van
warmte, waterdamp,
impuls en
broeikasgassen
tussen het
landoppervlak en de
atmosfeer |
- Bestudering van
het actuele en
verwachte weer:
weeranalyses maken,
weersverwachtingen
opstellen. |
-
Klimaatmodellering:
wisselwerking tussen
atmosfeer,
hydrosfeer,
lithosfeer en
biosfeer. |
|
De bekende weervrouw Willemijn Hoebert is hier afgestudeerd |
|
Universiteit Wageningen opleidingen |
Op deze Universiteit is de opleiding meteorologie een een onderdeel van de opleiding natuur- en sterrenkunde. In het derde jaar specialiseer je
in de richting meteorologie & fysische oceanografie. De aandachtsvelden liggen vooral op het gebied van: |
|
- IJs en Klimaat:
wisselwerking tussen
gletsjers en
klimaat. |
- Oceaancirculatie
en Klimaat. |
- Atmosferische
Fysica en -Chemie. |
- Atmosferische
Dynamica en
Grenslaagfysica. |
- Fysische geografie
en oceanografie van
kustzones |
|
Bij beide studies is
het modelleren van
meteorologische
vraagstukken erg
belangrijk. De
studie in Utrecht
benaderd de
vraagstukken meer
vanuit
een natuurkundige
theoretische
richting terwijl
in
Wageningen een meer
praktische
benadering gebruikt
wordt. |
|
Welke
vooropleiding heb je
nodig? |
Voor de studie
meteorologie heb je
een VWO diploma
nodig met profiel
N&G of N&T. Kennis
op niveau Wiskunde B
en natuurkunde 2 is
handig
om te hebben |
|
Wat kun je
later met deze
studie? |
Een groot deel (ca.
75%) van de
afgestudeerden uit
deze master gaat op
een universiteit of
instituut binnen of
buiten Nederland
promotie-
onderzoek
doen. Een klein deel
(ca. 10%) komt in de
operationele
meteorologie
terecht. De
mogelijkheden voor
een carriëre in
Nederland
zijn
redelijk. |
|
Je kunt o.a. terecht
komen bij de bekende
weerdiensten: KNMI,
Meteoconsult, HWS,
DLV meteo.
Buiten dit vakgebied
kun je op de
arbeidsmarkt vele
kanten op, net zoals
natuurkundigen,
bijvoorbeeld in het
onderwijs, de
automatisering, bij
adviesbureaus of
onderzoeksinstituten
als het
KNMI, RIVM,
SRON of TNO. Ook in
het buitenland is er
werk te vinden bij
bijvoorbeeld het WMO
of ECMWF |
|
Universiteit Utrecht opleidingen |
|
Opleiding tot officier meteorologie
bij de luchtmacht |
|
Bij de luchtmacht krijg je eerst een
basisopleiding waarna je als Metbriefer op
een van de vliegbases gaat werken. Na een
aantal jaren ervaring
kun
je de aanvullende opleiding tot Mondiaal
meteoroloog volgen. In die functie maak je
diverse verwachtingen voor meerdere dagen
vooruit voor alle soorten oefeningen en
operaties van Defensie, waar ter wereld deze
ook plaatsvinden. Guidancemeteoroloog is de
laatste stap in je praktijkgerichte
meteorologische opleiding, Hier ga je de
berekening analyseren van de meteorologische
computermodellen en voorzien je van
informatie over mogelijke
weerbeeldscenario’s voor de komende dagen. |
|
Welke
vooropleiding heb je
nodig bij de
luchtmacht? |
HAVO of VWO met
minimaal een 6 als eindcijfer voor
Nederlands, Engels, natuurkunde en wiskunde
B/D; MBO niveau 4, er moet examen zijn
gedaan in de vakken Nederlands, Engels,
natuurkunde en wiskunde; HBO, de vakken
wiskunde en natuurkunde moet minimaal op
HAVO of MBO niveau 4 zijn behaald; VWO
zonder diploma, met het overgangsbewijs van
VWO-5 naar VWO-6. Verplichte vakken
Nederlands, Engels,
natuurkunde en wiskunde
B. De verplichte vakken moeten met een
voldoende zijn afgerond. Voor een
buitenlands diploma geldt: diploma op een
vergelijkbaar niveau; Nederlands, Engels,
Natuurkunde en Wiskunde zijn verplichte
vakken of Nederlands als tweede taal (NT2)
niveau 4. |
|
Werken bij Defensie |
|
|
|
|