|
|
Alpenglow is een optisch fenomeen dat verschijnt als een horizontale roodachtige gloed nabij de tegenoverliggende horizon van de zon wanneer de zonneschijf zich net onder de horizon bevindt. Dit effect is goed zichtbaar wanneer bergen worden verlicht, maar ook wanneer wolken worden verlicht door terugverstrooiing. |
|
De term wordt vaak verward met elk zonsopgang- of zonsonderganglicht dat wordt gereflecteerd door bergen of wolken, maar echt Alpengloed licht is geen direct zonlicht en is alleen zichtbaar na zonsondergang of vóór zonsopgang. |
|
De alpenglow bij zonsopgang, op de Maroon Bells Mountains bij Maroon Lake, Colorado. Let op de sterren aan de hemel. |
|
|
|
Alpenglow op de Zwitserse Alpen gezien vanuit de lucht. |
|
De alpengloed kent drie fasen bij zonsondergang: |
- Ten eerste wordt de gebruikelijke kleuring van de bergtop waargenomen op lage hoogten van de zon h0 aan de horizon (h0 < 2°). |
- Ten tweede is er de daadwerkelijke alpenglow die optreedt enkele minuten nadat de eerste kleur vervaagt (h0 onder 0°). De toppen staan nog
steeds in direct zonlicht en hun kleuren zijn zuiverder en vaak rozer dan voorheen. De alpengloedgrens kan eerst honderden meters onder de top
optreden, dan omhoog bewegen en uiteindelijk verdwijnen met het verschijnen van de schaduw van de aarde. |
- Ten derde de nagloed die vrijwel gelijktijdig optreedt met de eerste paarse straal van het blauwe uur. De toppen liggen niet meer in direct zonlicht
en de verlichting is diffuser dan in de beginfase. Deze fase duurt langer dan de andere twee (-5° < h0 < -9°) en de kleur varieert van geel tot
paars. Er is melding gemaakt van een tweede luminescentie, die verband houdt met de zeldzaamheid van een tweede violet licht |
|
Het tegenovergestelde proces vindt plaats bij zonsopgang, maar deze alpenglow lijkt veel minder vaak voor te komen dan bij zonsondergang. Ochtendkleuren zijn meer roze en
paars, terwijl avondkleuren meer oranje en rood zijn. Het fenomeen alpenglow kan zich op verschillende tijdstippen van het jaar heel anders manifesteren en kan van de ene dag op de andere aanzienlijk variëren, afhankelijk van de weersverschijnselen. |
|
|
Omdat de zon onder de horizon staat, is er geen directe route voor de zon om de berg te bereiken. In tegenstelling tot zonsopgang of zonsondergang wordt het licht dat alpengloed veroorzaakt, gereflecteerd door neerslag, ijskristallen, wolken of zwevende deeltjes in de atmosfeer. Deze omstandigheden maken het verschil tussen een normale zonsopgang of zonsondergang en alpengloed. Na zonsondergang, als er geen bergen zijn, kunnen aërosolen in het oostelijke deel van de hemel op dezelfde manier worden verlicht door rood licht.
Dit terugverstrooide licht projecteert een roze band tegenover de zon. |
|
Variaties in kleuren en duur zijn dus te wijten aan de verschillende standen van de zon gedurende het jaar en aan de atmosfeer. Dit fenomeen doet zich voor in elk bergachtig gebied, zoals de Dolomieten, vooral bij zonsopgang aan de oostkant. Bij zonsondergang kunnen muren die naar het westen gericht zijn, gekleurd raken door dit fenomeen. |
|
|
|
Straal 1 die na zonsondergang of vóór zonsopgang van de zon komt, wordt geblokkeerd terwijl straal 2 wordt gereflecteerd door de wolk.. |
|
|
Het fenomeen wordt versterkt door de reflectiviteit van het soort rotswanden: de Dolomieten worden bijvoorbeeld gevormd door een verbinding
van calcium- en magnesiumcarbonaat die intense kleuren vertoont. Soortgelijke aspecten van het fenomeen zijn over het algemeen zichtbaar op kalkstenen bergen, zoals op de Gran Sasso of zelfs op de carbonaathooglanden van de Sardijnse Supramonte. |
|
|
Alpenglow op de Latemar in de Dolomieten |
|
Bronnen: Wikipedia-nl, Wikipedia-en, Wikipedia-de, Wikipedia-fr |
|
|
|
|
|
|