|
|
|
| Het weer in de tropen is in principe heet en vochtig. Dit is voornamelijk te wijten aan het feit dat de aarde meer zonnestraling ontvangt dan ze terug naar de ruimte straalt. Deze overmatige verwarming genereert weersomstandigheden die van invloed kunnen zijn op elke andere locatie op de wereld. Deze energieonbalans drijft de circulatie van de atmosfeer aan. |
| Er is overvloedige regenval vanwege de stijgende lucht die wordt gecreëerd
door de verwarming van de zon, en tijdens bepaalde periodes kunnen er elke dag onweersbuien voorkomen. |
| |
| Niettemin ontvangen de tropen nog steeds een aanzienlijke hoeveelheid zonneschijn, en in combinatie met de overvloedige regenval zorgen ze voor ideale groeiomstandigheden. |
| |
| Omdat een aanzienlijk deel van de warmte-energie van de zon wordt gebruikt
in verdamping en regenvorming, komen de temperaturen in de tropen zelden boven de 35 ° C. 'S Nachts beperkt de overvloedige bewolking het warmte verlies en de minimumtemperaturen dalen niet lager dan ongeveer 22 ° C. |
| |
Dit hoge temperatuurniveau wordt het hele jaar door met weinig variatie gehandhaafd. Daarom worden de seizoenen niet onderscheiden door warme
en koude periodes, maar door
variatie van regenval en bewolking. |
|
|
 |
| |
Gelijke hoeveelheden zonnestraling treffen de aarde. Maar hoe verder men van de evenaar verwijderd is, hoe meer straling zich over het aardoppervlak verspreidt.
De impact van de ontvangen energie is op de evenaar het grootst terwijl de
impact van de energie over een groter gebied naar de polen wordt verspreid |
|
|
| |
| Inter Tropische Convergentie Gebied |
| |
| De Inter-Tropical Convergence Zone (ITCZ) verschijnt als een wolkenband bestaande uit buien, met af en toe onweersbuien, die de aardbol nabij de evenaar omcirkelen. De vaste wolkenband kan zich over vele honderden kilometers uitstrekken en wordt soms opgedeeld in kleinere lijnsegmenten. |
De
locatie van de
intertropische
convergentiezone
wordt meestal
gemakkelijk gezien
als een rij
cumuluswolken in de
tropen.
Dit is de locatie
waar noordoostelijke
winden op het
noordelijk halfrond
samenkomen met de
zuidoostelijke
winden van het
zuidelijk halfrond |
| |
Het bestaat vanwege de convergentie van de passaatwinden. Op het noordelijk halfrond komen de noordoostelijke passaatwinden samen met de zuidoostelijke wind van het zuidelijk halfrond. Het punt waarop de passaatwinden samenkomen, dwingt de lucht de atmosfeer in en vormt de ITCZ.
Convectieve stormen in de tropen hebben de neiging om van korte duur te zijn, meestal op kleine schaal. Maar deze kortstondige stormen kunnen intense regenval veroorzaken. Geschat wordt dat 40 procent van alle tropische regenval meer dan 2.5 mm per uur bedraagt. De ITCZ volgt de zon doordat de positie per seizoen varieert. Het beweegt naar het noorden in de zomer op het noordelijk halfrond en naar het zuiden in de winter op het noordelijk halfrond. Daarom is de ITCZ verantwoordelijk voor de natte en droge seizoenen in de tropen. |
| |
De zon passeert twee keer per jaar de evenaar in maart en september, en zorgt dus voor twee natte seizoenen per jaar. In december en juli, wanneer de zon het meest ten noorden (of ten zuiden) van de evenaar staat, zijn er twee droge seizoenen. Verder weg van de evenaar, smelten
de twee natte seizoenen samen en wordt het klimaat meer moesson, met een nat seizoen en een droog seizoen. Op het noordelijk halfrond vindt het natte seizoen plaats van mei tot juli, op het zuidelijk halfrond van november tot februari. |
| |
|
Het verschil in twee
steden: Kano en
Lagos |
| |
| Vanwege de ligging net ten noorden van de evenaar, wordt het klimaat van Nigeria gekenmerkt door de hete en natte omstandigheden die gepaard gaan met de beweging van de Inter-Tropical Convergence Zone (ITCZ) ten noorden en ten zuiden van de evenaar. Dit is gemakkelijk te zien in de normale maandelijkse regenval voor twee steden, Kano en Lagos, gescheiden door 800 km. |
| |
|
| Grafiek met de maandelijkse normale neerslag voor Kano en Lagos, Nigeria |
|
|
|
| Locatie van Nigeria |
|
Wanneer de ITCZ zich ten zuiden van de evenaar bevindt, heerst er een noordoostelijke wind over Nigeria, wat zorgt voor droge seizoensomstandigheden. Wanneer de ITCZ naar het noordelijk halfrond trekt, heerst de zuidwestenwind tot ver landinwaarts om regen te veroorzaken tijdens het natte seizoen. De implicatie is dat er een langdurig regenseizoen is in het uiterste zuiden van Nigeria, terwijl het uiterste noorden jaarlijks lange droge perioden doormaakt. Nigeria heeft daarom twee grote seizoenen, het droge seizoen en het natte seizoen,
waarvan de lengtes van noord tot zuid variëren. |
| |
| In het zuiden van Nigeria valt er jaarlijks gemiddeld 1740 mm regen in Lagos. De vier waargenomen seizoenen zijn: |
| |
| 1: Het lange regenseizoen dat begint in maart en duurt tot eind juli, met een piekperiode in juni over de meeste delen van Zuid-Nigeria. |
| 2: Het korte droge seizoen is in augustus en duurt 3-4 weken. Dit komt doordat de ITCZ naar het noorden van de regio verhuist. |
3: Het korte regenseizoen volgt op de korte droge periode in augustus en duurt van begin september tot half oktober als de ITCZ weer naar het
zuiden trekt, met een piekperiode eind september. De regens zijn meestal niet zo hevig als die in het lange regenseizoen. |
4: Het lange droge seizoen begint vanaf eind oktober en duurt tot begin maart met piekdroge omstandigheden tussen begin december en eind
februari. Vegetatiegroei wordt over het algemeen belemmerd, grassen drogen uit en bladeren vallen van loofbomen als gevolg van verminderde
vochtigheid. |
| |
| In het noorden van Nigeria valt er jaarlijks gemiddeld 825 mm regen in Kano. Er zijn slechts twee seizoenen aangezien de ITCZ slechts één keer per jaar de regio intrekt voordat hij terugkeert naar het zuiden. De twee waargenomen seizoenen zijn: |
| |
1: Het lange droge seizoen van oktober tot half mei. Met de ITCZ op het zuidelijk halfrond, heersen de noordoostenwinden en de bijbehorende
oostenwinden boven de Sahara over het land, wat droge omstandigheden met zich meebrengt. Dit is de periode met weinig of geen bewolking. |
2: Het korte regenseizoen beslaat een relatief korte periode, van juni tot september. Zowel het aantal regendagen als de totale jaarlijkse neerslag
neemt geleidelijk af van het zuiden naar het noorden. De regens zijn over het algemeen hevig en van korte duur, en worden vaak gekenmerkt
door frequente stormen. Dit resulteert in plotselinge overstromingen.
Bronnen:
Jetstream School for Weather |
|
|
|
|
|
|
