|
1: Links en midden: Dorsen van het land. Simon Bening, ca 1515, Da Costa Hour, Brugge België. |
2:
Rechts: De twaalf maanden van het jaar in zestig tafereeltjes (ca. 1870-1880)–J.J.A. Goeverneur. |
|
Als de eerste week van augustus heet is,
peinst dat de winter lang en wit is. |
Als de oogstmaand het sterk dauwen doet, blijft gewoonlijk het weder goed. |
Als het eerst in augustus gloeit, dan een lange winter bloeit. |
Als augustus zonder regen henen gaat, de koe mager voor de kribbe staat. |
Als oogstmaand van kou beven doet, dan is het voor het landgewas goed. |
Augustus eerste week heet en laf, veel wintersneeuw wacht af. |
Begin augustus heet, lang en wit het winterkleed. |
Begin augustus regenvlagen, regen in de laatste dagen. |
Geeft augustus in 't begin veel zonneschijn,
dan zal het een strenge winter zijn. |
Geeft agustus veel noordenwind, dan blijft 't weer lang goed gezind. |
Geeft augustus zonneschijn, zeker krijgen we gouden wijn. |
In augustus regen, geeft de wijnstok zegen. |
In augustus regen, geeft de wijnoogst zegen. |
In augustus zure druiven, in oktober zoete wijn. |
Is het warm en voorspoedig weer, brengt augustus de eerste peer. |
Noorden wind in augustus brengt bestendig weer. |
Noordenwind in augustus opgestaan, brengt standvastig weder aan. |
Menigeen heeft het al ondervonden, wervelwinden zijn aan het augustus weer verbonden. |
Voel je in augustus de wind zuid-west stoten,
dan is een witte kerst niet uitgesloten. |
|
Bronnen: Wikipedia-nl,
1:
The Morgan Library & Museum.
2: Digitale
bibliotheek voor de Nederlandse letteren. |
|