|
1: Links en midden: Een kind helpt zijn ouders op het platteland met het oprapen van gekliefd brandhout.
Simon Bening, ca 1515, Da Costa Hour, Brugge België: |
2:
Rechts: De twaalf maanden van het jaar in zestig tafereeltjes (ca. 1870-1880)–J.J.A. Goeverneur. |
|
Als de muggen in
januari dansen,
dan wordt de
boer een
bedelaar. |
Als in januari
de muggen
zwermen,
dan kun
je maart de de
oren wermen. |
Als de kat in
januari in de
zon zit, ligt ze
in februari
achter de
kachel. |
Als 't in
Louwmaand mistig
is, wordt de
lentemaand heel
fris. |
Als de R is in
de maand, is het
weer niet altijd
meegaand. |
Als ik januari
was, deed ik de
ketel boven het
vuur bevriezen. |
Als het in
januari dondert,
wees voor
ziekten niet
verwonderd. |
Als het gras
groeit in
januari, groeit
het slecht het
hele jaar. |
Als januari ons
brengt strenge
vorst, lijden we
's zomers geen
honger
en geen
dorst. |
Als in januari de vorst niet komen wil, dan zij zeker in april. |
Als in januari de vorst niet komen wil, dan zij zeker in april. |
Draagt
Nieuwjaarsmaand
een sneeuwwit
kleed,
dan is de
zomer zeker
heet. |
Een nieuwe maan
in januari,
eerste dag niet,
tweede dag niet,
derde dag,
zo
blijft de hele
maand. |
Een hommel in
januari, brengt
een goed
wijnjaar. |
Een winterse
mug, krijgt nog
een dikke rug. |
Eind januari
sterke vorst, 's
Zomers noch
honger, noch
dorst |
Geeft januari
een
sneeuwtapijt,
dan zijn we gauw
de winter kwijt. |
Geeft januari
sneeuw en vorst,
vaak de boeren
veel granen
dorst. |
Geeft januari
muggenzwerm,
dan
hoort ge in
Oogstmaand licht
gekerm. |
Gelijk januari,
zo ook juli. |
Groeide in
januari het
gras, nooit de
zomer goed en
was. |
Heeft januari
koude en droge
dagen,
dan zal
in februari de
sneeuw u plagen. |
Heeft januari
koude en droge
dagen,
dan zal
in februari de
winter u plagen. |
In januari veel
regen, brengt de
vruchten weinig
zegen. |
In januari veel
regen en weinig
snee, doet
bergen,
dalen en
bomen wee. |
In januari
weinig water
brengt veel
wijn. |
In januari veel
water brengt
weinig wijn |
In januari ziet
de boer liever
een wolf in het
veld, dan een
ploeg. |
In de louwmaand
mist, dan de
lentemaand fris. |
Is januari nat,
leeg blijft het
vat. |
Is 't in januari
nat, ledig
blijven vuur en
vat |
Is januari
zacht, dan
krijgen lente en
zomer veel
groeiende
kracht. |
Januari warm,
dat God zich
erbarm. |
Januari warm,
dat de hemel
zich erbarm. |
Januari nevel
tocht, Februari
kil en vocht. |
Januari zonder
regen, is voor
de boeren een
zegen. |
Januari zonder
sneeuw maar met
veel regen,
brengt de boeren
geen zegen. |
Knapt januari
niet van de kou,
dan zit men
zomers in de
rouw. |
Knapt januari
niet van de kou,
dan zit men in
de oogstmaand
in
de rouw. |
Nevel in januari
geeft een nat
vroegjaar. |
Nevels in
januari
opgestaan,
brengen een
natte lente aan. |
Op een milde
Januari volgt
vaak een gure
lente en een
hete zomer. |
Op een milde
januari, volgt
vaak een gure
lente en 'n
warme zomer. |
Sneeuw met
donder in
januari, voelt
men gans het
jaar. |
Staat groen en
fris het gras,
het hele jaar
heeft vaak een
schraal gewas. |
Stoot de mol in
Januari, kijk
van kou in mei
niet raar. |
Valt in januari
veel regen, dan
brengt hij de
vruchten een
zegen. |
Vroeg gras, geen
gras, laat gras,
genoeg gras. |
Wast het gras in
januari, voelt
men het ganse
jaar. |
Wast het graan
in januari, dan
is de zomer in
gevaar. |
Wast het graan
wel in januari,
voelt men dit
het ganse jaar |
Winterzon maakt
dat de vorst
kraakt. |
Zijn er januari
veel mollen, dan
laat de winter
niet met zich
sollen. |
|
Bronnen: Wikipedia-nl,
1:
The Morgan Library & Museum.
2: Digitale
bibliotheek voor de Nederlandse letteren. |
|