|
|
Een windhaan of weerhaan is een windwijzer in de vorm van een haan. Sommige torenhanen zitten op een windkruis en/of op een metalen bol.
Ze worden vooral geplaatst op de spits van kerktorens. Van oudsher was het gebruikelijk een kruis, bol of haan te plaatsen op een toren, maar ook op een paal en ook op de kruin van een kerstboom en een meiboom. Deze dienden als afweermiddel. |
|
De 'windhaan' draait soms niet met de wind mee. Deze haan op torenspitsen laat dus niet altijd zien vanuit welke richting de wind komt. Ook zijn er andere afbeeldingen op kerktorens te vinden. Zo staat bijvoorbeeld op de Martinitoren in de stad Groningen een heus paard, waarvan men zegt dat het zo groot is als een echt paard. Dat spreekt tot de verbeelding, maar er moet bij gezegd worden dat het paard een kleine pony is. De Kloosterkerk in Assen heeft een bazuinblazende engel op de torenspits. Op de spits van de Jacobikerk in Utrecht, is in de jaren 50 een jacobsschelp geplaatst. |
|
Op Lutherse kerken staat doorgaans een zwaan. Volgens de christenen verwijst deze zwaan naar de theoloog Johannes Hus (Hus betekende in zijn landstaal: gans). In Praag werd hij in 1415 wegens vermeende ketterijen op de brandstapel gebracht. Hij zou toen uitgeroepen hebben: "Jullie verbranden een gans, maar er zal een zwaan uit zijn as herrijzen". Deze uitspraak zou een eeuw later (1517) in verband worden gebracht met Maarten Luther en zo werd de zwaan het herkenningsteken van de Lutherse kerk. De zwaan was echter in de heidense tijd een heilig dier en werd voornamelijk met mythische wezens als elfen en goede-vrouwen in verband gebracht. Zwanen spelen een belangrijke rol in de Germaanse mythologie en volkscultuur, daarom werd ook de zwaan door de christenen overgenomen en op kerktorens geplaatst. |
|
|
De Gallo di Ramperto, Museo di Santa Giulia in Brescia (Italië),
de oudste nog bestaande windwijzer in de vorm van een haan ter wereld |
|
|
|
Weerhaan |
|
De eerste torenhaan stamt uit 820 in Brescia
(Italië).
Bisschop
Rampert
liet
een
bronzen
haan
gieten
voor
de
toren
van
zijn
kerk.
Volgens
de
legende
werd
door
de
paus
ongeveer
duizend
jaar
geleden
een
decreet
afgekondigd
met
de
opdracht
om
iedere
kerktoren
te
voorzien
van
een
haan.
Daarom
schittert
sinds
de
tiende
eeuw
de
wakende
haan
van
metaal
op
vele
kerktorens.
Vanaf
de
13e
eeuw
werd
de
vaste
opstelling
langzaam
aan
vervangen
door
de
beweegbare
windhanen.
Onder
het
wijzer
is
vaak
een
liggend
kruis
aangebracht,
waaraan
kan
worden
afgelezen
|
|
|
Torenhanen
werden
vroeger
soms
beschoten.
Vele
vervangen
windhanen
hebben
schietgaten.
De
haan
op
een
toren
wordt
dan
ook
in
verbinding
gebracht
met
vogelschieten. |
Bronnen:
Wikipedia,
Musée
de
la
cloche
et
du
carillon |
|
|
|
|
|
|
|
|
|