|
| |
Zware stormen in Nederland van af het jaar 838 tot heden |
|
|
|
Een storm hoort tot de normale verschijnselen in ons klimaat. Toch duurt het vaak lang voor zich weer eens een storm van betekenis aandient.
Grote tegenstellingen in temperatuur in de atmosfeer liggen meestal ten grondslag
aan onstuimig weer en het ontstaan van stormdepressies.
Vandaar dat de zwaarste stormen meestal in de herfst of winter voorkomen. |
|
Ontwikkeling depressie |
Op het Noordelijk Halfrond wordt het in het noorden snel kouder terwijl het in het zuiden nog nazomert. Dit leidt tot grote temperatuurtegenstellingen over
korte afstanden. Er ontwikkelt zich vaak een krachtige straalstroom, een storm op zo’n tien kilometer hoogte, waarmee de ene depressie na de andere onze kant op komt. Als de atmosfeer onrustig is, komen stormen vaak kort na elkaar. |
|
|
Seizoensverloop met landelijk gemiddelde hoogste windsnelheden
(Bron: KNMI) |
|
|
|
Herhalingstijden voor diverse windsnelheden en stations (Bron: KNMI) |
|
|
Zomerstorm |
Ook midden in de zomer kan het stormen. Een zomerstorm is minder zwaar
en duurt veel korter dan een najaars- of winterstorm. Ze leveren vaak wel meer problemen op. Zomerstormen kunnen in vrij korte tijd ontstaan en vooral het verkeer en de recreatie, in het bijzonder op het water,
in de problemen brengen. Bomen staan vol in blad en kunnen de
wind moeilijker verdragen, vooral als het hevig regent. |
|
Wanneer spreken we van een storm? |
In de weerberichten en weerrapporten wordt gesproken van storm wanneer windkracht 9 op de windschaal van Beaufort wordt bereikt. Een zware storm
bereikt windkracht 10 en een en zeer zware storm windkracht 11. Windkracht 12 staat voor een orkaan. Een echte orkaan komt in ons land zelden voor en dat is maar goed ook. |
|
Orkaankracht 12 |
Orkaankracht 12 is in landen die daar amper op voorbereid zijn levensgevaarlijk. Het ontwricht de samenleving en is zeker boven land ronduit verwoestend. De meeste schade hangt echter samen met de windstoten die zich bij een storm voordoen. De windsnelheid ligt in korte windvlagen in het algemeen enkele tientallen kilometers per uur hoger dan de gemiddelden. |
|
|
|
Hoogste uurlijkse windsnelheid (m/s) die eenmaal per jaar wordt overschreden (KNMI) |
|
|
Windstoten worden niet benoemd in eenheden van de schaal van Beaufort maar in kilometers per uur, meters per seconde of voor de scheepvaart in knopen. Een knoop komt overeen met ongeveer een halve meter per seconde. |
|
Kust en binnenland |
De hoogste windsnelheden worden in de regel langs de kust bereikt, waar de wind weinig geremd wordt door obstakels en wrijving met het aardoppervlak. De herhalingstijd voor een storm is aan zee een stuk korter dan in het binnenland. In Vlissingen stormt het gewoonlijk meerdere keren per jaar. In De Bilt stormt het eens in de zeventig jaar met windkracht 9. Windkracht 10, een zware storm, is boven land een zeldzaamheid. |
|
|
|
|
|
|
|